BPV Periode 4 lesweek 3

BPV lesweek 3

- Even kletsen
- Terugblik vorige week
- Presentatie stagescholen
- Verder met werkproces B1-K1-W3
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BPV lesweek 3

- Even kletsen
- Terugblik vorige week
- Presentatie stagescholen
- Verder met werkproces B1-K1-W3

Slide 1 - Slide

Het Kletsrad

Slide 2 - Slide

TERUGBLIK OP B1-K1-W1
"Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat"

Slide 3 - Slide

Toepassen van het werkproces als geheel


"In deze beroepsopdrachten leer je om zorg te dragen voor een veilig pedagogisch klimaat".


Slide 4 - Slide

T1: Zorgen voor een veilig pedagogisch klimaat
Spreek met je stagebegeleider een moment af waarop jij gaat zorgen voor een optimaal groepsklimaat (een veilig pedagogisch klimaat). Let erop dat je de kinderen de begeleiding geeft die zij nodig hebben en speel in op risicovolle situaties. Tijdens dit moment werk je naast een collega en ben jij niet de eindverantwoordelijke. 

Slide 5 - Slide

"In deze beroepsopdrachten leer je om zorg te dragen voor een veilig pedagogisch klimaat".

Wat is de stand van zaken? Bij welk moment zorg jij hiervoor?

Slide 6 - Open question

T1: Zorgen voor een veilig pedagogisch klimaat
Maak een reflectieverslag van het moment waarop jij gezorgd hebt voor een optimaal groepsklimaat. Je geeft antwoord op de volgende vragen:
- Op welke manier heb je ervoor gezorgd dat alle kinderen voldoende aandacht kregen?
- Op welke manier heb jij gezorgd voor dagritme/structuur?
- Op welke manier heb je rust en zelfvertrouwen uitgestraald?
- Op welke manier heb jij jouw interactievaardigheden ingezet?
- Op welke manier heb jij gewerkt volgens geldende waarden en normen?
- Op welke manier heb jij positief gedrag bij kinderen gestimuleerd?
- Op welke manier heb jij communicatie tussen kinderen onderling gestimuleerd?
- Zijn er risicovolle of opvallende situaties voorgevallen en zo ja, hoe ben je hiermee omgegaan?

Slide 7 - Slide

B1-K1-W3

"Bereidt de uitvoering van activiteiten voor"

Slide 8 - Slide


Bij de opdrachten van dit werkproces leer je om activiteiten voor te bereiden. Je doet voorstellen voor activiteiten, op basis van verzamelde gegevens over wensen en behoeften. 

Slide 9 - Slide

In het examen dat bij dit werkproces hoort:

- Maak je een planning van minimaal 2 activiteiten
- Schrijf je een verantwoordingsverslag waarin je je keuzes verantwoordt voor één activiteit

Slide 10 - Slide

Dit werkproces bevat de volgende beroepsopdrachten:
Verkennen van het werkproces
V1: Oriënteren en voorbereiden


Oefenen in delen
O1: Bedenken van activiteiten

O2: Mondeling verantwoorden van keuzes
Toepassen van het werkproces als geheel
T1: Schriftelijk verantwoorden van keuzes

Slide 11 - Slide

Verkennen van het werkproces
In deze beroepsopdrachten leer je:
- welke activiteiten passen bij de ontwikkeling, behoeften en/of wensen van het kind
- een planning te maken, die duidelijk en werkbaar is voor jou en je collega's
- je te verantwoorden voor de keuzes die je hierbij gemaakt hebt. Waarom vind je dat juist deze activiteit goed bij de behoeften en/of ontwikkeling van kinderen past?

Slide 12 - Slide

V1: Oriënteren en voorbereiden
- Welke activiteiten worden er aangeboden bij jou op school? (huiswerk)
- Hoe wordt er op school gebruik gemaakt van een activiteitenplanning voor lessen/activiteiten? (huiswerk)
- Bedenk met behulp van de kennis over de ontwikkelingspsychologie hoe activiteiten aan kunnen sluiten bij de ontwikkeling en/of behoeften van de kinderen.
- Je stelt vragen aan collega's om te checken of jouw eigen kijk op hoe activiteiten aan kunnen sluiten bij de ontwikkeling en behoeften van de kinderen overeenstemt met de kijk hierop van de collega's (huiswerk).
 

Slide 13 - Slide

Noem twee activiteiten die jij zou kunnen doen in jouw stageklas

Slide 14 - Open question

Oefenen in delen
In deze beroepsopdrachten leer je:
- Geschikte activiteiten te bedenken voor de doelgroep waarmee je werkt;
- De keuzes, die je gemaakt hebt bij het bedenken van geschikte activiteiten voor de doelgroep, mondeling te verantwoorden.

Slide 15 - Slide

O1: Bedenken van activiteiten
Opdracht O1: bedenken van activiteiten

Houd steeds de doelgroep (jouw stageklas), voor wie je activiteiten bedenkt, voor ogen. Bedenk twee activiteiten die passen bij de ontwikkeling, behoeften en wensen van de kinderen. Denk bijvoorbeeld aan muzische, creatieve of op de natuur gerichte activiteiten. 

Slide 16 - Slide

O1: Bedenken van activiteiten
Opdracht O1: Bedenken van activiteiten 
Je hebt voor de 2 uit te voeren activiteiten een duidelijk, specifiek, realistisch en haalbaar plan gemaakt. (zie format activiteitenplan in SharePoint!)
Je hebt in de 2 plannen:
● een overzicht van de gekozen activiteiten opgenomen;
● een overzicht opgenomen van alle noodzakelijke acties met betrekking tot tijd, plaats en begeleiding;
● per activiteit een realistische inschatting van de benodigde tijd voor de uitvoering vermeld;
● per activiteit alle relevante, benodigde (duurzame) materialen en middelen voor de uitvoering vermeld.

timer
30:00

Slide 17 - Slide

O2: Mondeling verantwoorden van keuzes
Wanneer je activiteiten voor je doelgroep bedenkt maak je een reeks van keuzes. Keuzes maak je met een reden. (gebaseerd op kennis). Kies één activiteit die je voorbereid hebt en denk na over deze vragen:
- Met wie voer je de activiteit uit, waarom juist deze kinderen?
- Welke activiteit doe je en vanuit welke kennis van de ontwikkelingspsychologie heb je je keus gemaakt?
- Bij welk ontwikkelingsgebied sluit je aan en op welke manier doe je dat?
- Welke materialen en middelen gebruik je daarvoor, op grond van welke kennis kies je juist die?
- Waar voor je de activiteit uit, op  grond van welke kennis juist daar?
- Op welke manier wil je begeleiding bieden, op grond van welke kennis juist op die manier?
timer
15:00

Slide 18 - Slide

O2: Mondeling verantwoorden van keuzes
Maak tweetallen.
Verantwoord waarom je deze keuzes hebt gemaakt, maak daarbij gebruik van je kennis van de ontwikkelingspsychologie. 

- Met wie voer je de activiteit uit, waarom juist deze kinderen?
- Welke activiteit doe je en vanuit welke kennis van de ontwikkelingspsychologie heb je je keus gemaakt?
- Bij welk ontwikkelingsgebied sluit je aan en op welke manier doe je dat?
- Welke materialen en middelen gebruik je daarvoor, op grond van welke kennis kies je juist die?
- Waar voor je de activiteit uit, op  grond van welke kennis juist daar?
- Op welke manier wil je begeleiding bieden, op grond van welke kennis juist op die manier?
timer
15:00

Slide 19 - Slide