3 gl/tl - introductie + paragraaf 1.1 (deel 1)

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Wat gaan we deze les doen?

• Voorstelrondje
• Regels en afspraken
• Economie in jaar 3
• Starten met hoofdstuk 1

Voorstelrondje

• Naam
• Vakantie
• Sport
• Bijbaantje

Regels

1. Als ik iets wil zeggen, steek ik mijn vinger op en wacht ik tot ik de beurt krijgt
2. Ik praat niet door anderen heen
3. Ik ben respectvol in de dingen die ik doe en zeg
4. Ik luister naar de docent en volg haar aanwijzingen op
5. Ik blijf van anderen en hun spullen af
6. Ik houd het lokaal netjes en schoon

De regels niet volgen

Als JIJ de regels niet volgt

draag JIJ ook de gevolgen! 

Wat heb je elke les bij je?

• Boek
• Schrift (lijntjes)
• Rekenmachine
• Pen
• Eventueel markeerstift 

Hoe kun je een voldoende halen?

1. Houd alles goed bij (leer- en maakwerk)
2. Blauwe tekstvakken --> leertekst
3. Belangrijke punten --> docent
4. Extra uitleg (o.a. filmpjes) --> It's Learning 

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?

Lesdoelen

• Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen basisbehoeften en overige behoeften
• Ik kan uitleggen welke middelen er zijn om in je behoeften te voorzien
• Ik kan uitleggen wat prioriteiten stellen is 

Behoeften

Economie gaat over de behoeften die mensen hebben en de keuzes die ze maken om in hun behoeften te voorzien

Verschillende behoeften

Afhankelijk van:

• leeftijd
• je budget
• geslacht
• vrienden / klasgenoten
• familie
• reclames

Primaire- / basisbehoeften

Alles wat je nodig hebt om te kunnen leven (voedsel, kleding, onderdak en gezondheidszorg)

Secundaire- / overige behoeften

Alles wat je wil hebben om je leven leuker en makkelijker te maken

Hoe kan je in je behoefte voorzien?

                      Geld                                                                 Tijd

Schaarste

Waarom moet je eigenlijk 

betalen om iets te kopen?

Omdat iemand er tijd

en/of geld in heeft gestoken

Vrije goederen

Zonlicht, zeewater en wind zijn niet 

schaars, 

het zijn vrije goederen

Voor schaarse goederen moet iets opgeofferd worden,

voor vrije goederen niet.

Welvaart

Hoe goed kan jij in je behoeften voorzien? Oftewel: hoe meer geld en tijd je hebt des te hoger je welvaart!

Het tegenovergestelde van welvaart = armoede

Aan de slag

Lees blz. 10 t/m blz. 12

Maak opdracht 1 t/m 11

* de rekenopdrachten maken we  eventueel de volgende les!