Herhalingsles- periode 2 -Maatschappijleer

Media & Pluriforme samenleving
1 / 41
next
Slide 1: Mind map
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Media & Pluriforme samenleving

Slide 1 - Mind map

Thema Media
Herhalingsles

Slide 2 - Slide

Communicatie
Wat is communicatie?: het doorgeven en ontvangen van informatie.
Medium: communicatiemiddel(bijv. telefoon)
Persoonlijk: een zender, een ontvanger.
Massaal: meerdere ontvangers, veel mensen (bijv. televisie).
Massamedia: media die een grote groep bereiken.
Altijd een zender, ontvanger en medium

Slide 3 - Slide

Welke twee dingen doe je als je mediawijs bent?
A
Voorspelbaar en rustgevend zijn
B
Voorzichtig en kritisch zijn
C
Blij en opgelucht zijn

Slide 4 - Quiz

Waarom gebruiken wij media?

Slide 5 - Open question

Welke soorten bladeren zijn er?(kranten)

Slide 6 - Open question

Populairekranten hebben.....
A
Serieus, achtergrond informatie nieuws
B
Sensationeel nieuws

Slide 7 - Quiz

Kwaliteitskranten hebben....
A
Serieus, achtergrondinformatie nieuws
B
Sensationeel nieuws

Slide 8 - Quiz

Wat is een doelgroep?
A
Voetballers
B
Groep die samenleven in de maatschappij
C
Groep die samenwerken
D
Groep met dezelfde kenmerken & belangstellingen

Slide 9 - Quiz

Hoe/ van wie krijgen de publieke omroepen geld? & moeten zich houden aan de regels van...
A
Krijgen geld van reclames en regels van overheid
B
Verzamelen zelf geld op en regels van overheid
C
Krijgen geld van overheid, regels van overheid.
D
Krijgen geld van overheid, regels wat onderling is gemaakt.

Slide 10 - Quiz

Voorbeelden publieke omroepen........
A
BNN VARA
B
NOS
C
RTL
D
SBS

Slide 11 - Quiz

Commerciële omroepen krijgen geld van.....
A
De overheid
B
Reclames

Slide 12 - Quiz

Voorbeelden commerciële omroepen...
A
RTL
B
VPRO
C
AVRO Tros
D
Discovery

Slide 13 - Quiz

Media
  • On Demand: Je kunt zelf kiezen wanneer je kijkt, staan al online. Op verzoek of op aanvraag(je moet abonnee zijn) 
  • Mediawet: Regels bestemd voor zenders en omroepen
  • Pluriformiteit: voor verschillende doelgroepen

Slide 14 - Slide

Persbureaus zijn:
A
Bureau die nieuws maakt
B
Bedrijven die nieuws kopen
C
Bureaus die nieuws selecteert
D
Bedrijven die nieuws verzamelen, doorverkopen

Slide 15 - Quiz

Nepnieuws is .....
A
Verzonnen informatie die verspreid wordt
B
Informatie die klopt

Slide 16 - Quiz

Nieuwsselectie:
A
Redacteuren kiezen welk nieuws belangrijk is
B
Soorten nieuws

Slide 17 - Quiz

Vrijheid
Persvrijheid- vrijheid van journalisten om bijna alle berichten te kunnen plaatsen, zonder verhinderingen. 
Censuur- expres weglaten of veranderen van informatie
Mening van mensen beïnvloeden.
Indoctrinatie- constant opdringen van een bepaalde mening.

Slide 18 - Slide

Maatschappelijke functie van media
  • Informatieve functie
  • Controle of waakhondfunctie
  • Socialiserende functie

Slide 19 - Slide

Beeldvorming:
A
Op bepaalde manier naar situaties kijken
B
Je kiest zelf wat je wilt zien en wilt horen
C
Expres weglaten of veranderen van informatie
D
Resultaat van gepersonaliseerde zoekopdracht

Slide 20 - Quiz

Selectieve waarneming:
A
Op bepaalde manier naar situaties kijken.
B
Je kiest zelf wat je wilt zien en wilt horen
C
Constant opdringen van een bepaalde mening.
D
Regels bestemd voor zenders en omroepen

Slide 21 - Quiz

Online profilering is:
A
Als een bedrijf vooral online advertenties gebruikt voor een product
B
Als een bedrijf online onderzoek doet naar de producten van de concurrent
C
Als een bedrijf gegevens van klanten verzamelt
D
Als een bedrijf alleen nog maar online producten verkoopt

Slide 22 - Quiz

Pluriforme samenleving
Herhalingsles

Slide 23 - Slide

Wat is een dominante cultuur?

Slide 24 - Open question

Wat is een voorbeeld van een subcultuur?
A
Hiphop
B
Nederlandse cultuur

Slide 25 - Quiz

Wat is een etnische subcultuur?
A
Cultuur van studenten
B
Cultuur voor kleine groep mensen
C
Cultuur voor grote groep mensen
D
Cultuur van herkomst

Slide 26 - Quiz

Wat is een Pluriforme samenleving?
A
Samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen.
B
Samenleving van mensen met verschillende subculturen.
C
Samenleving van een grote groep mensen.
D
Samenleving van een andere land.

Slide 27 - Quiz

Wat is een vooroordeel?
A
Oordeel over iemand of iets zonder dat je de feiten of persoon kent.
B
Oordeel over een grote groep mensen
C
Een feit

Slide 28 - Quiz

Wat is een stereotype?
A
Oordeel over iemand voordat je diegene kent
B
Overdreven en ongenuanceerd beeld van een groep mensen

Slide 29 - Quiz

Wat is discriminatie?

Slide 30 - Open question

Uitspraak van een werkgever:
''Ik betaal vrouwen minder dan mannen.''
Waar is dit een voorbeeld van?
A
Vooroordeel
B
Seksisme
C
Stereotype
D
Pluriformiteit

Slide 31 - Quiz

Ilyam heeft al twee jaar een restaurant op Texel.
Hij wil in Nederland blijven en laat zijn vrouw en dochtertje naar Nederland komen. Hier is sprake van:

A
Asiel
B
Gezinshereniging
C
Gezinsvorming
D
Onafhankelijkheid van koloniën

Slide 32 - Quiz

Aanpassen aan dominante cultuur maar ook eigen waarden normen en gewoonten gedeeltelijk behouden.
A
Assimilatie
B
Integratie
C
Segregatie

Slide 33 - Quiz

Bijna alles vervangen van de cultuur waar je vandaan komt door de dominante cultuur van het land waar je heen gaat.
A
Segregatie
B
Assimilatie
C
Integratie

Slide 34 - Quiz

Niet aanpassen aan dominante cultuur, sterk gescheiden van dominante cultuur.
A
Assimilatie
B
Integratie
C
Segregratie

Slide 35 - Quiz

Xenofobie:..............
A
Oordeel over iemand
B
Iemand niet begrijpen
C
Angst voor vreemdelingen
D
Ongelijke behandeling

Slide 36 - Quiz

Wat is het verschil tussen immigreren en emigreren?

Slide 37 - Open question

Wat zijn fundamentalisten?
A
Gelovigen, heilige boeken moet je letterlijk nemen
B
Gelovigen, heilige boeken moet je niet letterlijk nemen, kijken naar boodschap.

Slide 38 - Quiz

Belangrijk in een individualistische cultuur:
A
Familiebanden en gezamenlijke tradities
B
Persoonlijke ontwikkeling en individuele vrijheid

Slide 39 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Wantrouwen kan zorgen voor polarisatie.
2. Bij polarisatie neemt de sociale cohesie af.

A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 40 - Quiz

Ik moet nog verder gaan met leren.
Ja
Beetje
Nee

Slide 41 - Poll