13.4.1 Inhoud

Welkom
Dit leg ik op tafel:

Laptop --> dicht
Etui       --> pen/potlood en rekenmachine
Map      --> open

Gelukt = stil zijn en wachten :) 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Dit leg ik op tafel:

Laptop --> dicht
Etui       --> pen/potlood en rekenmachine
Map      --> open

Gelukt = stil zijn en wachten :) 

Slide 1 - Slide

Vorige les

Slide 2 - Slide

Planning
Uitleg en 1 oefenopdracht 10 min
Werken 35 min --> opgesplitst in delen
Les afronden 5 min (herhaling)

Slide 3 - Slide

Leerdoel trede 13 
week 3 oranje

Je berekent de inhoud van een kubus en een balk met een formule en je rekent een aantal maateenheden in elkaar om.

Slide 4 - Slide

Leerdoel trede 13 
week 3 rood

Je berekent de inhoud van ruimtefiguren met een formule en je rekent alle maateenheden in elkaar om. Je berekent de oppervlakte van een kubus en een balk.

Slide 5 - Slide

Leerdoel trede 13 
week 3 wit

Je bepaalt punten en gebieden die op gevraagde afstand liggen van een gegeven punt of lijn met behulp van bijzondere lijnen en cirkels.

Slide 6 - Slide

Wat gaan wij leren vandaag?




  1. Je legt uit wat de inhoud van een voorwerp is.
  2. Je gebruikt de afkortingen mm³, cm³, dm³, m³, dam³, hm³, km³ en je spreekt deze afkortingen goed uit.
  3. Je gebruikt de afkortingen ml, cl, dl en l.
  4. Je rekent kubieke millimeters​, centimeters, decimeters, meters, decameters, hectometers en kilometers ​naar elkaar om met een verhoudingstabel of een schema.
  5. Je benoemt dat 1 liter gelijk is aan een kubieke decimeter en gebruikt dit om liters en kubieke meters in elkaar om te rekenen.
Je benoemt dat 1 milliliter gelijk is aan een kubieke centimeter en gebruikt dit om liters en kubieke meters in elkaar om te rekenen.






Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Oefenen

a. 485.000 cm3= ...... l

b. 343 hm3 = ...... dam3

c. 3m3= ...... mm3
Uitdagend

d. 1. 5 ml = ..... cm3

e. 650 ml = ...... cl

f. 8.350.000 cl = ...... m3

Slide 10 - Slide

Oefenen

a. 485.000 cm3= 485 l

b. 343 hm3 = 343.000 dam3

c. 3m3= 3.000.000.000 mm3
Uitdagend

d. 5 ml = 5 cm3

e. 650 ml = 65 cl

f. 8.350.000 cl = 83,5 m3

Slide 11 - Slide

We gaan aan de slag!
Doelen vandaag:

13.4.1 Inhoud
13.4.1 Inhoud
13.5.1 Afstand bepalen met cirkels en evenwijdige lijnen



Slide 12 - Slide

Kunnen wij het nu?
  1. Je legt uit wat de inhoud van een voorwerp is.
  2. Je gebruikt de afkortingen mm³, cm³, dm³, m³, dam³, hm³, km³ en je spreekt deze afkortingen goed uit.
  3. Je gebruikt de afkortingen ml, cl, dl en l.
  4. Je rekent kubieke millimeters​, centimeters, decimeters, meters, decameters, hectometers en kilometers ​naar elkaar om met een verhoudingstabel of een schema.
  5. Je benoemt dat 1 liter gelijk is aan een kubieke decimeter en gebruikt dit om liters en kubieke meters in elkaar om te rekenen.

Herhaling: Voor de vlakke figuur ∆DEF geldt dat DE = 6 cm, ∠E = 80° en EF = 3 cm

Slide 13 - Slide

Voor de vlakke figuur ∆DEF geldt dat DE = 6 cm, ∠E = 80° en EF = 3 cm

Slide 14 - Slide