Je berekent de inhoud van een kubus en een balk met een formule en je rekent een aantal maateenheden in elkaar om.
Slide 4 - Slide
Leerdoel trede 13
week 3 rood
Je berekent de inhoud van ruimtefiguren met een formule en je rekent alle maateenheden in elkaar om. Je berekent de oppervlakte van een kubus en een balk.
Slide 5 - Slide
Leerdoel trede 13
week 3 wit
Je bepaalt punten en gebieden die op gevraagde afstand liggen van een gegeven punt of lijn met behulp van bijzondere lijnen en cirkels.
Slide 6 - Slide
Wat gaan wij leren vandaag?
Je legt uit wat de inhoud van een voorwerp is.
Je gebruikt de afkortingen mm³, cm³, dm³, m³, dam³, hm³, km³ en je spreekt deze afkortingen goed uit.
Je gebruikt de afkortingen ml, cl, dl en l.
Je rekent kubieke millimeters, centimeters, decimeters, meters, decameters, hectometers en kilometers naar elkaar om met een verhoudingstabel of een schema.
Je benoemt dat 1 liter gelijk is aan een kubieke decimeter en gebruikt dit om liters en kubieke meters in elkaar om te rekenen.
Je benoemt dat 1 milliliter gelijk is aan een kubieke centimeter en gebruikt dit om liters en kubieke meters in elkaar om te rekenen.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Oefenen
a. 485.000 cm3= ...... l
b. 343 hm3 = ...... dam3
c. 3m3= ...... mm3
Uitdagend
d. 1. 5 ml = ..... cm3
e. 650 ml = ...... cl
f. 8.350.000 cl = ...... m3
Slide 10 - Slide
Oefenen
a. 485.000 cm3= 485 l
b. 343 hm3 = 343.000 dam3
c. 3m3= 3.000.000.000 mm3
Uitdagend
d. 5 ml = 5 cm3
e. 650 ml = 65 cl
f. 8.350.000 cl = 83,5 m3
Slide 11 - Slide
We gaan aan de slag!
Doelen vandaag:
13.4.1 Inhoud
13.4.1 Inhoud
13.5.1 Afstand bepalen met cirkels en evenwijdige lijnen
Slide 12 - Slide
Kunnen wij het nu?
Je legt uit wat de inhoud van een voorwerp is.
Je gebruikt de afkortingen mm³, cm³, dm³, m³, dam³, hm³, km³ en je spreekt deze afkortingen goed uit.
Je gebruikt de afkortingen ml, cl, dl en l.
Je rekent kubieke millimeters, centimeters, decimeters, meters, decameters, hectometers en kilometers naar elkaar om met een verhoudingstabel of een schema.
Je benoemt dat 1 liter gelijk is aan een kubieke decimeter en gebruikt dit om liters en kubieke meters in elkaar om te rekenen.
Herhaling: Voor de vlakke figuur ∆DEF geldt dat DE = 6 cm, ∠E = 80° en EF = 3 cm
Slide 13 - Slide
Voor de vlakke figuur ∆DEF geldt dat DE = 6 cm, ∠E = 80° en EF = 3 cm