Dementie

Dementie
1 / 14
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Dementie

Slide 1 - Slide

Waar werk je naartoe.. 1-2

Slide 2 - Slide

op een rijtje
-  6 rode lopers ziektebeelden; COPD, diabetes, dementie, reuma, CVA, parkinson
- in grote lijnen aangeven wat de 6 ziektebeelden zijn en welke zorg als HP+ verleend wordt per ziektebeeld
- de student kan vertellen wat belangrijk is om te weten als HP+ bij wondzorg
- druppelen en zalven, aandoeningen aan de zintuigen
- verblijfskatheters een aandoeningen aan het urinewegstelsel
- belangrijk om te weten bij chemotherapie en bestraling
- kan vertellen wat de wet BIG en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg zegt over het uitvoeren van risicovolle handelingen
- alle handelingen; het protocol en de handeling besproken
- een overzicht gemaakt met maatregelen om fouten bij medicijntoediening te voorkomen
- vertelt wat er gedaan moet worden in acute situaties
- heeft besproken wat belangrijk is in de palliatieve zorg
- heeft de zorgtechnische handelingen voldoende onder begeleiding geoefend
- geoefend in het handelen in acute situaties
- heeft de zorgtechnische handelingen zelfstandig en proffessioneel uitgevoerd


Op een rijtje...

- 6 rode lopers ziektebeelden; COPD, diabetes, dementie, reuma, CVA, parkinson
- in grote lijnen aangeven wat de 6 ziektebeelden zijn en welke zorg als HP+ verleend wordt per ziektebeeld
- de student kan vertellen wat belangrijk is om te weten als HP+ bij wondzorg
- druppelen en zalven, aandoeningen aan de zintuigen
- verblijfskatheters een aandoeningen aan het urinewegstelsel
- belangrijk om te weten bij chemotherapie en bestraling (grote lijnen) 
- kan vertellen wat de wet BIG en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg zegt over het uitvoeren van risicovolle handelingen
- alle handelingen; het protocol en de handeling besproken
- een overzicht gemaakt met maatregelen om fouten bij medicijntoediening te voorkomen
- vertelt wat er gedaan moet worden in acute situaties, ah, pols, saturatie, aanspreken, comm, vitale functies, wanneer vitale functies meten
- heeft besproken wat belangrijk is in de palliatieve zorg, wanneer inzetten, verschil palliatief - terminaal
- heeft de zorgtechnische handelingen voldoende onder begeleiding geoefend = blauwe kaart
- geoefend in het handelen in acute situaties = werk en vaardigheden
- heeft de zorgtechnische handelingen zelfstandig en proffessioneel uitgevoerd = examen

Slide 3 - Slide

Wat is dementie 
  • Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen (een syndroom), waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken

  • Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes. De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer. Daarna komen vasculaire dementie, frontotemporale dementie (FTD) en Lewy body dementie

Slide 4 - Slide

Vergeetachtig of dementie...

waar liggen de sleutels                                      wat moet ik er mee doen
geheugen verstoord                                            dagelijks functioneren verstoord
vergeet details van een gebeurtenis           vergeet hele gebeurtenis
geen probleem met herkennen van             herkennen van mensen wordt 
mensen                                                                     steeds moeilijker

Slide 5 - Slide

verloop van de ziekte




  • geheugenproblemen
  • problemen met denken en taal
  • veranderingen in karakter en gedrag
  • verliest regie over eigen leven
  • wordt afhankelijk van de hulp van anderen
  • dagelijkse handelingen worden steeds moeilijker

Slide 6 - Slide

Vormen van dementie 

Slide 7 - Slide

Stadia van dementie
1. Het bedreigde ik
2. Het verdwaalde ik
3. Het verborgen ik
4. Het verzonken ik

Slide 8 - Slide

Het bedreigde ik
(lichte dementie / cognitieve fase)
  • eerste verschijnselen: 
- steeds vaker dingen vergeten
- dingen kwijt zijn
  • Nog wel besef van het heden
  • Doordat de persoon zich bewust is van zijn geheugen- en oriëntatieproblemen en van het afnemend vermogen om zelfstandig te functioneren, voelt hij zich snel bedreigd
  • Persoon hangt erg aan vast schema
  • Lichaamstaal vaak angstig en gespannen
  • De meest voorkomende reactie is die van ontkenning

Slide 9 - Slide

Het verdwaalde ik
matige dementie / emotionele waarde
  • Niet langer in staat is om het verschil te zien tussen vroeger en nu, tussen 
        bekende en onbekende situaties of personen
  • Heden en verleden gaan steeds meer door elkaar lopen. Zo worden kinderen soms verward met broers en zussen
  • Spanningen en negatieve emoties kunnen dan ontstaan doordat de werkelijkheid, zoals de persoon die beleeft, botst met de echte werkelijkheid
  • Verstandelijke functies, zoals het denkvermogen, gaan een steeds kleinere rol spelen in de beleving van de persoon
  • Ervaringen met nieuwe situaties of personen roepen steeds vaker belevingen op uit het verleden

Slide 10 - Slide

Het verborgen ik
ernstige dementie / psychomotore fase
  • Steeds meer passiviteit
  • Persoon zit in een stoel of loopt wat rond zonder echt contact te maken
  • Steeds minder het vermogen om uit zichzelf initiatief te nemen en contact te maken
  • Steeds moeilijker emoties te onderscheiden en onder woorden te brengen


Slide 11 - Slide

Het verzonken ik
diepe dementie / zintuigelijke ervaring
  •  De mensen zijn zo weinig meer in staat om zich te uiten, dat er geen wisselwerking
        meer kan zijn in het contact
  • Persoon ligt vaak in bed of in een kuipstoel en beweegt zich niet meer. Hij ligt met gesloten of open ogen
  • Neemt vaak de foetushouding aan
  • Emoties en gevoelens zijn er steeds minder
  • Persoon ervaart de wereld alleen nog door de zintuigen; warm of koud, donker of licht, stil of lawaaierig
  • Deze prikkels zijn voor de persoon wel of niet prettig en uit reactie is vaak nog wel af te lezen hoe persoon het ervaart --> gespannen of ontspannen

Slide 12 - Slide



ROT (Realiteitsoriëntatie Training)

  • Begin van de dementie
  • Mensen terugbrengen in het nu
  • Corrigeren van fouten in gedrag en woord (subtiel)
  • Ondersteuning bieden door dingen in stappen te verdelen
  • Bevorderen zelfvertrouwen en zelfredzaamheid



Validation

  • Meegaan in de realiteit van de cliënt
  • Correcties hebben geen zin meer; geeft alleen maar onrust
  • Activiteiten gericht op het nu voor de cliënt

Omgaan met cliënten met dementie

Slide 13 - Slide

volgende les
groepjes   of   diabetes

Slide 14 - Slide