Disk introductie thema overtuigen

Thema 14 Overtuigen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 14 Overtuigen

Slide 1 - Slide

Overtuigen
Zoek dit op in je eigen taal

Slide 2 - Mind map

Waar gaat dit thema over?
Je gaat oefenen om iemand te overtuigen. Waarom moet jouw klasgenoot dat ene boek lezen of die ene game spelen? 

Slide 3 - Slide

Betekenissen
Presenteren: Je wilt iets vertellen of informatie geven op een leuke en boeiende manier.
Overtuigen: Je zorgt ervoor dat de ander iets van je overneemt: een mening, een idee of voorstel.
Manipuleren: Je zorgt ervoor dat de ander iets van je overneemt door foute informatie te geven, door te liegen.

Slide 4 - Slide

De taken
Taak 1: Je gaat een reclame maken --> overtuigen
Taak 2: Ruilbeurs --> overtuigen
Taak 3: Schrijf 3 e-mails --> overtuigen
Taak 4: Presenteer jezelf --> presenteren op overtuigende manier - laten zien wat je in huis hebt

Slide 5 - Slide

In welke situatie moet
jij iemand overtuigen?

Slide 6 - Open question

Wat betekent 'enthousiast'?
A
Als je zin hebt om actief te zijn
B
Als je een nieuwe kast nodig hebt
C
als je geen zin hebt en iets niet leuk vindt
D
als je ergens veel zin in hebt of iets heel leuk vindt

Slide 7 - Quiz

Hoe kun je iemand overtuigen?
Met: 
  • Argumenten 
  • Enthousiasme: woorden, lichaamshouding, stem en gezichtsuitdrukking
  • Positieve en informatieve bijvoeglijke naamwoorden: leuk, nuttig, fantastisch enz.

Slide 8 - Slide

In welke zin staat een argument?
A
Je moet deze shampoo kopen, omdat je haar dan prachtig gaat glanzen.
B
Als je deze shampoo gebruikt, gaat je haar glanzen.
C
Koop deze shampoo vandaag nog!
D
Deze shampoo is gemaakt van kokosolie en lavendel.

Slide 9 - Quiz

Argumenten
De reden waarom.
Je moet naar deze film, want hij is echt heel spannend.
Je moet op tijd op school zijn, omdat je een toets hebt.
Je moet gaan eten bij Happy Italie, want de pizza's zijn heel lekker, de bediening is aardig en het is er niet duur.

Slide 10 - Slide

enthousiast

Slide 11 - Slide

de gezichtsuitdrukking
Hoe kijk je?

Slide 12 - Slide

de intonatie
Hoe zeg je het?

Slide 13 - Slide

de lichaamshouding
Hoe sta je?

Slide 14 - Slide

Opdracht: zeg na, van niet enthousiast naar heel enthousiast
Ik vind deze telefoon fantastisch.
Dit is een geweldige film.
Het is een prachtig boek.
Deze film is zo mooi!
Deze acteur is supergoed.
Deze muziek is prachtig.
Deze pizza is heerlijk.

Slide 15 - Slide

A,B,C,....
Bedenk in groepjes bij zoveel mogelijk letters van het alfabet een woord dat helpt om iemand te overtuigen.

Slide 16 - Slide

Bedenk argumenten voor en tegen
  • Het is goed dat ouders de schoolprestaties van hun kinderen via Magister kunnen volgen

  • Kinderen moeten verplicht insecten leren eten op school

  • Jongeren moeten verplicht tot hun 18e lid zijn van een sportclub


Slide 17 - Slide