Oefening pv, wwg en onderwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Oefening zinsdelen

Programma

- Welkom

- Doelen

- Oefenen

- Evaluatie

Doelen

Aan het einde van de les

- kun je de persoonsvorm aanwijzen  in zinnen

- kun je het werkwoordelijk gezegde aanwijzen  in zinnen

- kun je het onderwerp aanwijzen in zinnen 

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Mijn broer speelt elke avond gitaar.

Wat is het wwg in de volgende zin?
Mijn broer speelt elke avond gitaar.

Wat is het o in de volgende zin?
Mijn broer speelt elke avond gitaar.

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
De vogel wil vrij kunnen vliegen.

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?
De vogel wil vrij kunnen vliegen.

Wat is het onderwerp in de volgende zin?
De vogel wil vrij kunnen vliegen.

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
De hond rent snel door de tuin.

Wat is het wwg in de volgende zin?
De hond rent snel door de tuin.

Wat is het o in de volgende zin?
De hond rent snel door de tuin.

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Ik moet vanavond nog werken.

Wat is het wwg in de volgende zin?
Ik moet vanavond nog werken.

Wat is het o in de volgende zin?
Ik moet vanavond nog werken.

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Jullie hebben gisteren een nieuwe telefoon gekocht.

Wat is het wwg in de volgende zin?
Jullie hebben gisteren een nieuwe telefoon gekocht.

Wat is het o in de volgende zin?
Jullie hebben gisteren een nieuwe telefoon gekocht.

Samengestelde zinnen

Let op! De volgende zinnen zijn samengesteld, dus ze hebben 2 persoonsvormen, 2 werkwoordelijk gezegdes en 2 onderwerpen. 

Noteer je antwoorden steeds met een komma ertussen.

Wat zijn de persoonsvormen in de volgende zin?
Ik vroeg of jij wilde gaan afwassen.

Wat zijn de wwg's in de volgende zin?
Ik vroeg of jij wilde gaan afwassen.

Wat zijn de onderwerpen in de volgende zin?
Ik vroeg of jij wilde gaan afwassen.

Wat zijn de persoonsvormen in de volgende zin?
Ik denk dat het ongeluk daar is gebeurd.

Wat zijn de wwg's in de volgende zin?
Ik denk dat het ongeluk daar is gebeurd.

Wat zijn de onderwerpen in de volgende zin?
Ik denk dat het ongeluk daar is gebeurd.

Wat zijn de persoonsvormen in de volgende zin?
Ik weet niet of dat zo'n goed idee is!

Wat zijn de wwg's in de volgende zin?
Ik weet niet of dat zo'n goed idee is!

Wat zijn de onderwerpen in de volgende zin?
Ik weet niet of dat zo'n goed idee is!

Ik had de pv in elke zin goed.

Ja

Nee

Ik had het wwg in elke zin goed.

Ja

Nee

Ik had het o in elke zin goed.

Ja

Nee