NaSk jaar 2 - Les 3

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boek A
- Geodriehoek
- Rekenmachine
- Pen en potlood

 




Startopdracht:
Pak je laptop en join de klas op Learnbeat






 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boek A
- Geodriehoek
- Rekenmachine
- Pen en potlood

 




Startopdracht:
Pak je laptop en join de klas op Learnbeat






 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • Lesdoelen
  • Uitleg over Kleuren
  • Zelfstandig werken
  • Huiswerk
  • KAHOOT??


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kan ik:
  1. beschrijven wat een puntbron is;
  2. uitleggen hoe schaduwen ontstaan;
  3. uitleggen waar de grootte van een schaduw van afhangt;
  4. rekenen met vergrotingen.











Slide 3 - Slide

This item has no instructions

2.2 Kleuren zien

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zon licht
  • zonlicht is witlicht
  • witlicht is opgebouwd uit zeven kleuren: Rood, Oranje, Geel, Groen, Blauw, Indigo, Violet. (ROGGBIV)
  • kleurenspectrum

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Herhaling: Onzichtbaar infrarood I.R. = warmte  





Onzichtbaar ultraviolet U.V. (oorzaak huidkanker en verkleuring huid/verf) 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Lichtbronnen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

kleuren zien
Wit: kaatst alle kleuren licht terug. Je ziet wit of de kleur van het aanwezige licht. 

Zwart: Zwart Absorbeert alle lichtstralen en kaatst niks terug. Je ziet zwart. Geabsorbeerd licht wordt omgezet in warmte

Kleur: gekleurde voorwerpen kunnen alleen eigen kleur terugkaatsen.  bij rood licht op een groen voorwerp zie je zwart. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Primaire kleuren bij licht
dit zijn de kleuren:
rood
blauw
en
groen

Kijk goed naar het plaatje hiernaast. Als je precies evenveel van de kleuren licht met elkaar mengt krijg je wit licht.
Evenveel van twee kleuren mengen geef magenta, cyaan of geel.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk: Lees en maak op pagina 39 t/m 45
- Maak opdracht  5 t/m 17

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Tijdens de les wil ik dat:
1. Je luistert als ik praat en is het stil
2. Je naar elkaar luistert
3. Je de juiste spullen voor je hebt
4. Je je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Je respectvol bent naar je klasgenoten en mij

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

2.3 Licht en schaduw

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Proef
Ga naar Learnbeat en doe de proef bij 2.3

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Lichtstralen
Lichtstralen zijn recht.

Waar het licht op valt, wordt verlicht.

Daar waar geen licht komt, noemen we schaduw.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

puntbron
Lichtstralen zijn recht

Kleine lichtbronnen noemen we puntbronnen.

Bij een puntbron komen alle lichtstralen vanaf 1 plek.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Soorten lichtbundels
  • Evenwijdige lichtbundel:  Lichtstralen gaan niet uit elkaar.
  • Divergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen uit elkaar  
  • Convergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen naar elkaar toe

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Evenwijdige lichtbundel
  • Een laser is een evenwijdige lichtbundel. 
  • Deze bundel wordt niet groter en niet kleiner. 
Dit is handig omdat deze bundel zijn energie veel langer vast houd dan een divergente bundel. Hierdoor schijnt een laser heel ver.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

DIVERGENTE
LICHTBUNDEL
  • De meeste lichtbronnen maken een divergente bundel. 

  • Dit is een bundel die steeds groter wordt. 
Als je een zaklamp dicht bij de muur houdt is de bundel klein. Als je verder weg gaat staan wordt de bundel groter.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

CONVERGENTE lichtbundel
  • Een bundel die steeds kleiner wordt heet een convergente bundel. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Licht beweegt met een snelheid van: 300.000.000 m/s.
Dat is ongeveer 1 miljard km/h.
Licht beweegst met een snelheid van:
                        300.000.000 m/s.
Dat is ongeveer
                            1 miljard km/h.

Slide 21 - Slide

Met deze afbeelding kun je een verhaal vertellen over lichtsnelheid (300 000 000 m/s). Dat deze snelheid als constante wordt beschouwd, Einstein's speciale relativiteitstheorie, over lichtjaren, licht van de zon naar de aarde er 8 min 20 sec over doet. Dit verhaal maakt het onderwerp snelheid en beweging interessanter.

Slide 22 - Video

This item has no instructions

zonsverduistering:

  • maan staat tussen de zon en aarde. 
  • Schaduw van de maan valt op aarde




Maansverduistering:

  • Aarde staat tussen de zon en maan. 
  • De kernschaduw van de aarde valt op de maan.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

VRAGEN?

Slide 24 - Slide

Wisselmoment: vragen?
Zelfstandig werken ZS
- Ga verder aan de slag met 'Begrijpen' in 2.3
- 5 minuten
- ZS
- Niet klaar? Huiswerk

KAHOOT??

timer
10:00

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met schaduwen
De grootte van de schaduw is te berekenen.
N = de vergrotingsfactor

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Vergrotingsfactor
De grootte van de schaduw hangt af van de afstanden:

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Als het scherm 2 keer zo ver is, 
                         is de vergrotingsfactor ook 2
6 m
3 m

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

En dan is het beeld ook 2 keer zo groot...
3 m
6 m

24 cm
48 cm

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Vergrotingsfactor formule  
N = vergrotingsfactor

Lengte
schaduw
Lengte
voorwerp

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Vergrotingsfactor formule
N = vergrotingsfactor
b = beeld afstand (schaduw)
v = voorwerp afstand
v
b

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Rekenvoorbeeld 1
Een scherm staat op 80 cm van een lamp.
Een voorwerp staat op 40 cm van de lamp.
Hoe groot is de vergrotingsfactor?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Rekenvoorbeeld 2
Rekenen met schaduwen:  Een scherm staat op 120 cm van een lamp.
Een pop van 12 cm hoogte staat op 60 cm van de lamp.
Hoe groot is de schaduw van de pop?
lengte schaduw = N × lengte voorwerp
afstand scherm-lamp = N × afstand voorwerp-lamp
N is de vergrotingsfactor 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Grote lichtbron:
Halfschaduw en kernschaduw
Puntbron:
Enkele schaduw
Randstraal
Geeft de grens aan tussen licht en donker

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

VRAGEN?

Slide 35 - Slide

Wisselmoment: vragen?
Zelfstandig werken ZS
- Ga verder aan de slag met 'Beheersen' in 2.3
- 5 minuten
- ZS
- Niet klaar? Huiswerk

KAHOOT??

timer
10:00

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kan ik:
  1. beschrijven wat een puntbron is;
  2. uitleggen hoe schaduwen ontstaan;
  3. uitleggen waar de grootte van een schaduw van afhangt;
  4. rekenen met vergrotingen.











Slide 37 - Slide

This item has no instructions