Les 1 | Werk in de winkel

Gesprekken voeren
Thema: Werk in de winkel
Docent:   Natasja Dijkstra, n.dijkstra@alfa-college.nl                 
                      
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Gesprekken voeren
Thema: Werk in de winkel
Docent:   Natasja Dijkstra, n.dijkstra@alfa-college.nl                 
                      

Slide 1 - Slide

  • Samen opstarten (10 minuten)
  • Leerdoelen
  • Introductie lessenserie en uitleg eindopdracht
  • Opdracht 1 (klassikaal): Situaties
  • Opdracht 2: Gesprekssituaties bedenken
  • Voorbeelden bekijken
  • Opdracht 3: Succescriteria
  • Evaluatie
  • Lesafsluiting
De les van vandaag

Slide 2 - Slide

Nadenken over de verschillende soorten gesprekken die je voert op stage.
In jouw eigen woorden uitleggen waar je op moet letten bij het voeren van een gesprek op stage.
In jouw eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen informeel en formeel taalgebruik.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

  • Lessenserie Gesprekken voeren: Werk in de winkel 
  • Oefenen! 


Uitleg lessenserie en eindopdracht
Eindopdracht week 4 (toets)
In het praktijklokaal ga je in de winkel een gesprek voeren dat je ook tegenkomt op je stage. Met een klant of met je manager. Er zijn 2 situaties. Je voert in totaal 1 gesprek. Je kiest zelf een situatie. Dit gesprek wordt beoordeeld.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

  • Jullie zien straks op het bord verschillende dilemma's. 
     
  • Bij elk dilemma heb je 1 minuut om te bedenken wat jij zou doen. Je vult daarna je antwoord in op je telefoon.

  • Daarna bespreken we het dilemma in de klas. 
Opdracht 1: dilemma's
Woordenschrift!
Een dilemma is een probleem of situatie waarbij je een keuze moet maken. Een dilemma is een moeilijke keuze.

Slide 7 - Slide


Je moet stage lopen vandaag, 
maar ook naar het ziekenhuis met 
je moeder. 

Slide 8 - Open question


Een product is niet meer op voorraad en
de klant wordt boos.

Slide 9 - Open question


Je hebt je bus gemist, waardoor je te laat op je stageplek komt.

Slide 10 - Open question


Een klant loopt al een tijdje zoekend rond in de winkel waar jij stage loopt. 

Slide 11 - Open question


Je stagebegeleider laat je alleen maar schoonmaken en koffie zetten.

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Op je stage voer je allemaal verschillende soorten gesprekken. In de online opdrachten heb je hier al kennis mee gemaakt. 

Je gaat nu zelf twee soorten gesprekken bedenken die jij lastig vindt.
  • De docent geeft je twee kaartjes
  • Maak nu opdracht 2 op je werkblad

Opdracht 2: Soorten gesprekken

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Je gaat straks twee filmpjes bekijken met twee voorbeelden van het welkom heten en gedag zeggen van een klant. 
  
Schrijf steeds op wat jou opvalt (in Word of op papier)
Welke non-verbale communicatie zie je?
Wat gaat er niet of juist wel goed? Leg uit.
Wat zou jij zelf anders doen? Leg uit waarom. Gebruik woorden uit de begrippenlijst.
Opdracht 3: Succescriteria

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Filmpje 2

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Op je werk of stageplaats spreek je iemand aan met ‘u’ en je gebruikt zakelijke en nette woorden. Je gebruikt dan formele taal. 
  • Vraag: met wie gebruik je formele taal? Noem voorbeelden.

Als je iemand beter kent, spreek je hem of haar aan met ‘je’ en gebruik je meer gewone, dagelijkse woorden. Je gebruikt dan informele taal. 
  • Vraag: met wie gebruik je informele taal? Noem voorbeelden.

We maken samen opdracht 1 t/m 7 en 9 t/m 12 van §2.5 Gesprekken.
Formele en informele taal

Slide 20 - Slide

Jullie zien straks op het bord verschillende dilemma's. 

Een dilemma is een probleem of situatie waarbij je een keuze moet maken. Een dilemma is een moeilijke keuze.

Bij elk dilemma heb je 1 minuut om te bedenken wat jij zou doen. Daarna bespreken we het dilemma in de klas. 
Opdracht: gesprekssituaties bedenken

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

  • Maak een groepje van 2-3 studenten.
  • Je krijgt een opdrachtenboekje. Maak de opdrachten uit het boekje. Aan het eind lever je een kort filmpje in.
Taalblokken:  §2.5 Gesprekken

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide


Ik weet wat het verschil is tussen formele en informele taal.
Ja
Nog niet
Nee

Slide 25 - Poll


Ik kan informatie uitwisselen in een formeel gesprek.
Ja
Nog niet
Nee

Slide 26 - Poll


Ik kan verbindingswoorden gebruiken in mijn eigen gesproken taal.
Ja
Nog niet
Nee

Slide 27 - Poll

Slide 28 - Slide

Zoek en verbeter de fout(en)
Zoek en verbeter de fout(en)
Taalvoutjes

Slide 29 - Slide