1. Gebruik de bedrijvende vorm
Als je de lezer aan wilt spreken, gebruik dan vaker de bedrijvende, actieve vorm dan de lijdende vorm in je tekst. Door alleen de lijdende vorm te gebruiken, wordt je tekst heel onpersoonlijk. Dan vinden lezers het vaak moeilijker om de aandacht vast te houden. Wissel dus af en leg de nadruk op de actieve of bedrijvende vorm.
Welke zin vind je duidelijker? Welke zin staat in de bedrijvende vorm?
1. Het laatste stuk taart werd door oma opgegeten.
2. Oma eet het laatste stuk taart op.