This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Startklaar
Oortjes weg, telefoon in het zakkie
Jas uit, tas van de tafel Map en pen op tafel
Inloggen op LessonUp op je laptop
timer
2:30
Slide 1 - Slide
Welkom bij
Individuals & Societies MYP2
Unit 1: Veranderingen in systemen
Slide 2 - Slide
Unit 1: Verandering in systemen
Learner Profile: Knowledgeable
ATL: Organization skills: making notes
Related concepts: cause and effect
Key concept: systems
Changes in human and natural resources lead to shifts in systems
Global context: natural and human resources
Slide 3 - Slide
Unit 1: Veranderingen in systemen
Aardrijkskunde: Veranderingen in het systeem aarde
Geschiedenis: Veranderingen in het maatschappelijk systeem
Economie: Verandering in het geld systeem
Slide 4 - Slide
Programma & Lesdoelen
Terugblik vorige les
Aantekeningen maken
Werkbladen maken
Slide 5 - Slide
Programma & Lesdoelen
Aan het einde van de les...
Weet ik wat een vrije markteconomie is (economisch systeem)
Weet ik wat vraag & aanbod is en hoe deze kan veranderen
Kan ik uitleggen hoe vraag & aanbod invloed heeft op de prijs
Kan ik voorbeelden geven van wat bedrijven doen om meer te
verkopen
Slide 6 - Slide
Terugblik: Vormen en functies van geld
Slide 7 - Slide
Wettige betaalmiddelen: bankbiljetten en munten.
Geld dat mensen op hun betaalrekening hebben.
Drie manieren om geld te gebruiken.
Je koopt of verkoopt goederen of diensten met geld.
Je geeft met geld de waarde van producten aan.
Je geeft een deel van je inkomen niet uit om het later te gebruiken.
Opdracht: Sleep de begrippen naar de juiste plaats.
...................
...................
...................
...................
...................
...................
chartaal geld
giraal geld
geldfuncties
ruilmiddel
rekenmiddel
spaarmiddel
Slide 8 - Drag question
Van de 2500 leerlingen betaalt 87% met een pinpas. Bereken hoeveel leerlingen dat zijn
Slide 9 - Open question
Hebben wij invloed op het geldsysteem?
Waarom kiezen steeds meer mensen voor digitaal betalen in plaats van betalen met contant geld? Heeft dit effect op ons geldsysteem voor in de toekomst?
Slide 10 - Slide
Vraag - Aanbod - Prijs
bekijk de afbeelding: wie is hier de 'vrager' en wie is de 'aanbieder'.
Vraag: Waarom dalen (soms) de prijzen aan het einde van de marktdag?
voorkennis
Slide 11 - Slide
Hoe komt het dat de prijzen van de onderstaande producten (en grondstof) hoog zijn?
voorkennis
Slide 12 - Slide
Vrije markteconomie
De vrije markteconomie is een systeem waarin goederen en diensten voor de consumptie wordt gemaakt. De prijs komt (meestal) tot stand door de VRAAG en AANBOD.
Slide 13 - Slide
Studievaardigheid: aantekeningen maken en materiaal organiseren
Vrije markt-economie
Een vrije markt is een systeem waarin mensen zelf mogen kiezen wat ze kopen en verkopen, en waar de prijzen worden bepaald door vraag (hoeveel mensen iets willen) en aanbod (hoeveel ervan beschikbaar is), zonder dat de overheid zich ermee bemoeit.
Slide 14 - Slide
Studievaardigheid: aantekeningen maken en materiaal organiseren
Vraag
Aanbod
de hoeveelheid goederen of diensten die consumenten willen kopen tegen een bepaalde prijs.
is de hoeveelheid goederen of diensten die producenten willen verkopen tegen een bepaalde prijs
Slide 15 - Slide
vraag
aanbod
Slide 16 - Drag question
Als je op de markt een shirt wilt kopen, zorg je voor
De verkopers op de markt zorgen voor het
Doordat er meer kledingkramen zijn, kun je als consument de shirts goed met elkaar
Daarbij let je vooral op de
en de
Opdracht: Sleep de begrippen naar de juiste plaats.
...................
...................
...................
...................
...................
vraag
aanbod
vergelijken
prijs
kwaliteit
Slide 17 - Drag question
Studievaardigheid: aantekeningen maken en materiaal organiseren
Kenmerken
Vrije markt
Vrije concurrentie: Bedrijven concurreren vrij met elkaar, zonder beperkingen van de overheid.
Vrije keuze: Consumenten en producenten kunnen zelf beslissen wat ze kopen, verkopen of produceren.
Weinig overheidsinmenging: De overheid grijpt nauwelijks in bij prijzen of productie.
Eigendom van privébezit: Productiemiddelen, zoals fabrieken en grondstoffen, zijn in privébezit.
Prijsmechanisme: Prijzen worden bepaald door vraag en aanbod, niet door de overheid.
Innovatie en efficiëntie: Bedrijven worden gestimuleerd om efficiënter en innovatiever te zijn om concurrerend te blijven.
Slide 18 - Slide
Prijs wordt bepaald door vraag & aanbod
Veel vraag, weinig aanbod = prijs omhoog
Veel aanbod, weinig vraag = prijs omlaag
Slide 19 - Slide
Vrije concurrentie?
Een concurrent is iemand of een bedrijf dat dezelfde goederen of diensten aanbiedt als een andere persoon of organisatie.
Vraag: hoe concurreren de buurtwinkels rondom de school met elkaar ?
Slide 20 - Slide
Innovatie om te overleven?
Er was veel vraag naar de 'walkman'. Hoe komt het dat de walkman na veel veranderingen uiteindelijk is 'verdwenen'? Gebruik de begrippen vraag - aanbod
Slide 21 - Slide
Marketing om meer te verkopen?
Marketing is alles wat bedrijven doen om meer te verkopen.
-Prijs (lage prijzen, kortingen)
-Product (kwaliteiten benadrukken)
-Plaats ( waar komen mijn klanten?)
-Promotie ( reclame, influencers)
Slide 22 - Slide
Korting berekenen
22% korting op een jas die €320 kost.
Bereken de korting in euro's
Stap 1: percentage delen door 100
Stap 2: antwoord stap 1 x bedrag
Slide 23 - Slide
21% korting op een jas die €59 kost. Bereken de korting in euro's
Slide 24 - Open question
Van aantal naar procenten
* tabel
* vul in wat je weet
* reken eerst via de kant waar je het meeste van weet
* doe hetzelfde aan de andere kant
* vergeet de pijlen niet!
Of
deel : geheel x 100 = percentage
€ 130
nu €25 korting
Hoeveel % korting?
€
130
25
%
100
Slide 25 - Slide
Laptop oude prijs €890. Je krijgt €190 korting. Hoeveel procent is dat?