Steeds meer mensen hebben
overgewicht, dat wil zeggen dat ze te zwaar of te dik zijn. Andere mensen zijn juist te licht of te dun, zij hebben
ondergewicht. Als dit over- of ondergewicht ernstig is kan er sprake zijn van een
eetstoornis. Voorbeelden van eetstoornissen zij
obesitas en
anorexia. De meeste mensen houden een goed gewicht wanneer eten en bewegen
in balans zijn. Dit betekent: Voedingsstoffen die je binnen krijgt moet je ook verbruiken. Eet je meer dan dat je verbruikt dan word je zwaarder. Eet je minder dan je nodig hebt dan val je af
Hoeveel je moet eten hangt af van een aantal factoren:
Mannen hebben meer nodig dan vrouwen, grote mensen meer dan kleine. Als je heel actief bent omdat je bijv. veel sport of lichamelijk zwaar werk doet heb je ook meer voeding nodig. In de winter verbruik je meer energie dan in de zomer.