9.3 Ademspieren en volumes

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + Binas pakken
Ga in deze Lesson-Up
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + Binas pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Slide

Deze les:
- Terugblik 9.1 - 9.2
- Uitleg leerdoelen + oefening
- Zelfstandig werken

Huiswerk donderdag 15 febr:
Basisvragen 9.3 + 9.4 maken en nakijken
Goed doornemen 9.3 + 9.4

Slide 2 - Slide

Planning:

Les 1
Les 2
Les 3
9.1 - 9.2
9.2
9.3
zelfstandig 9.4
zelfstandig
9.4
9.4
toets hst 8 + 9

Slide 3 - Slide

Wet van Fick (BINAS 83)
Bekijk de wet van Fick in Binas tabel 83

Maak een overzicht van de betekenis van de letters in de formule. Schrijf deze op.

Slide 4 - Slide

Wet van Fick (BINAS 83)

Slide 5 - Slide

Benoem de vier factoren uit de wet van Fick die invloed hebben op de diffusiesnelheid (n)

Slide 6 - Open question

Geef een verklaring voor de benauwdheid van een CF-patiënt aan de hand van een verandering van één van de factoren van de wet van Fick die invloed hebben op de uitwisseling van gassen.

Slide 7 - Open question

Pipi heeft een dochtertje van één jaar, Kiki. De huisarts vertelt Irene dat een kind met mazelen hoge koorts kan krijgen en een grotere kans heeft op bacteriële infecties, zoals ontstekingen van de bronchiolen. Dit komt doordat het mazelenvirus de beschermende werking van het dekweefsel van de luchtwegen vermindert.

Noteer een beschermende eigenschap van het dekweefsel van de luchtwegen (slijmcellen/tril haarcellen). Licht toe hoe deze eigenschap beschermt tegen een bacteriële infectie.

Slide 8 - Open question

Doel deze les:
1: Je kunt uitleggen hoe de ademhalingsfrequentie gereguleerd wordt.

2: Je weet welke spieren betrokken zijn bij een normale in - of uitademing. Je weet welke spieren extra ingezet worden bij diepe inademing of hoesten.
 
3: Je kunt  diagrammen met betrekking tot ademvolume aflezen. Je weet wat de dode ruimte is


Slide 9 - Slide

Ademhaling regelen
  1. Via koolstofdioxidezintuigcellen in halsslagader + aorta
  2. Impulsen naar ademcentrum in hersenen
  3. Hersenen sturen signalen naar tussenribspieren en middenrifspieren
leerdoel 1:

Slide 10 - Slide

Ademprikkel (onbewust)
Het ademcentrum reageert op impulsen afkomstig van hersencentra en 
chemoreceptoren in de aortaboog:
  • lage pH bloed
  • hoge CO2 concentratie bloed
  • zeer lage O2 concentratie bloed
  • Hormonen: adrenaline (Binas 89A)


ademfrequentie en ademvolume moeten omhoog

Slide 11 - Slide

Wat is er aan de hand met deze meneer?

Slide 12 - Slide

In welke soort bloedvaten liggen de zintuigcellen die de ademhaling regularen?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 13 - Quiz

Hyperventilatie


Oorzaak
Te snel of te diep ademhalen, door stress of paniekaanval

Gevolgen:
Intensieve gaswisseling
zuurstof gehalte in bloed blijft gelijk, maar te weinig koolstofdioxide in bloed

Te kort koolstofdioxide in het bloed
Bloed wordt zuurder --> Tintelingen in vingers/handen/lippen, pijn en druk op de borst, duizeligheid
Hersenen geven weinig signalen aan ademhalingsspieren --> ernstige benauwdheid

Oplossing:
Rustige ademhaling: even de adem inhouden en uitblazen (Patiënt afleiden van het probleem)

Slide 14 - Slide

Doelen
  • Je weet welke spieren betrokken zijn bij een normale in
    - of uitademing. Je weet welke spieren extra
    ingezet worden bij diepe inademing of hoesten. 

Slide 15 - Slide

Doe opdracht:
1: Adem rustig in, welke spieren gebruik je?
2: Adem zo diep mogelijk in, welke spieren gebruik je?
3: Kost dit je energie?
4: Adem bewust uit, eerst rustig daarna zo ver mogelijk.
5: Kost dit je energie?
timer
2:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

In- en uitademen

Slide 18 - Slide

Borstademhaling 
Inademen:
- borst en ribben omhoog
- borstholte wordt groter 
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen

Uitademen:
- borst en ribben omlaag
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten

Slide 19 - Slide

Buikademhaling 
Inademen:
- middenrif omlaag
- borstholte wordt groter 
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen

Uitademen:
- middenrif omhoog
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten

Slide 20 - Slide

Tussenribspieren borstademhaling
Alleen bij inademen zijn de buitenste tussenribspieren actief

Alleen bij heel zwaar uitademen gebruik je de binnenste tussenribspieren


Bij heel zwaar inademen zijn je halsspieren ook nog actief

Slide 21 - Slide

Leg in eigen woorden uit welke spieren extra ingezet worden bij diepe inademing of hoesten.

Slide 22 - Open question

Welke adembewegingen kosten in deze houding meer energie dan wanneer zij normaal rechtop staat en even snel ademt?
Kies uit borst- of buikademhaling

Slide 23 - Open question

Doelen
  • Je kunt  diagrammen met betrekking tot ademvolume
    aflezen. Je weet wat de dode ruimte is

Slide 24 - Slide

Binas tabel 83B+C Respirogram

Slide 25 - Slide

Hoeveel is de vitale capaciteit (ongeveer) van de
proefpersoon uit het diagram in 83B?
A
5L
B
3,5L
C
6L
D
0,5L

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Welke waarde is of welke waarden zijn bij een klaplong verminderd?

Slide 28 - Open question

Huiswerk
Maak de basisvragen van 9.3
Zorg dat je 9.3 goed hebt doorgenomen (samenvatten)

Zelfstandig doen do + vr:
Doornemen  9.4 op 10voorbiologie. 
Maak de basisvragen 9.4, maak samenvatting 9.4

Extra: Oefen LessonUp 9.1 - 9.3 (niet verplicht, wel raadzaam)

Slide 29 - Slide