Domein B3: Stofwisseling van het organisme

Domein B3 Stofwisseling van het organisme
1 / 52
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 52 slides, with text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Domein B3 Stofwisseling van het organisme

Slide 1 - Slide

Transport Plant: BINAS 91A, 91B en 91C

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Bloedvaten (BINAS 84A)
Naamgeving bloedvaten:
Naam van het orgaan waar het bloedvat naartoe stroomt (+ slagader) of vanaf stroomt ( + ader).

Behalve: Aorta, onderste en bovenste holle ader, poortader, krans(slag)ader, hals(slag)ader






Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Bloeddruk - hart

Slide 7 - Slide

Bloeddruk - andere bloedvaten

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Rode bloedcellen
Zuurstoftransport:
  • Hemoglobine: rode kleurstof in rode bloedcellen
  • In hemoglobine zit ijzer
  • Zuurstof hecht aan het ijzer in hemoglobine

Slide 12 - Slide

De rol van rode bloedcellen
Hemoglobine wordt afgekort tot Hb.

In je longen zal hemoglobine zuurstof binden:
Hb + O2 --> HbO2

 in je spieren juist loslaten:
HbO2 --> Hb + O2 








Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Samen trekken hart via
prikkelgeleidingssysteem
1. Cellen in de wand van de rechterboezem, de Sinusknoop, vuren een elektrisch signaal af die de boezems laat samentrekken.

2. Deze elektrische prikkel wordt opgevangen in de AV-knop en met een vertraging van ong. 0,04 sec doorgegeven naar de hartpunt.

3. De kamers trekken vanuit de hartpunt naar boven toe samen en duwen zo het bloed de longslagaders en aorta in. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Weefselvloeistof

Slide 21 - Slide

Bouw longen (BINAS 83A)
Luchtpijp --> Hoofdbronchiën --> Bronchiën --> Bronchiolen (zonder kraakbeenringen)

Slide 22 - Slide

Bouw longblaasjes
BINAS 83A
= oppervlakte van 70 tot 80 m2

Slide 23 - Slide

Inademing
Buitenste tussenribspieren trekken samen: 
-> borstkas gaat omhoog

Middenrifspieren trekken samen: 
middenrif gaat naar beneden
-> borstholte vergroot

Slide 24 - Slide

Luchtdruk
Inademen:
druk in de long lager dan 
buitenlucht: 
lucht stroomt maar binnen.

Slide 25 - Slide

Uitademing
Buitenste tussenribspieren ontspannen: 
-> borstkas gaat omlaag

Middenrifspieren ontspannen: 
middenrif gaat omhoog
-> borstholte verkleint



Slide 26 - Slide

Luchtdruk
Uitademen
druk in de longen hoger 
dan de buitenlucht: 
lucht stroomt naar buiten



Slide 27 - Slide

Extra diepe ademhaling
Hulp van kleine borstspier en spieren in de nek die de borstkas extra optillen: diepere inademing


Hulp van de binnenste ribspieren om de borstkas extra naar beneden te trekken: diepere uitademing

Hulp van de buikspieren om het middenrif extra naar boven te drukken: diepere uitademing




Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Slide

Gaswisseling - diffusie
De gaswisseling vind plaatst door diffusie.
Kost geen energie - door verschil in concentratie.
BINAS 83A

Slide 31 - Slide

Optimale Gaswisseling
BINAS 83A
Door een kleine diffusieafstand verloopt de diffusie snel.

Slide 32 - Slide

Optimale Gaswisseling
BINAS 83A
De snelheid van diffusie is snel door
groot concentratieverschil:

- continue luchtverversing in longblaasjes door longventilatie 

- Bloedstroom langs de longblaasjes voert steeds nieuw O2-arm bloed aan.

Slide 33 - Slide

Optimale gaswisseling
BINAS 83A
De snelheid van diffusie is snel door
Groot diffusie oppervlak (longblaasjes 70-80 m2)

Slide 34 - Slide

Ademprikkel
Het ademcentrum in hersenstam reageert op prikkels van het lichaam (chemoreceptoren in de wand aorta):

1. pH bloed: lage pH/ hoge zuurgraad: ademfrequentie en ademvolume moeten omhoog 

2. CO2-concentratie bloed: hoge CO2 concentratie: ademfrequentie en ademvolume moeten omhoog

Slide 35 - Slide

Ademprikkel
3. Zeer lage O2-concentratie bloed: lage O2 concentratie: ademfrequentie en ademvolume moeten omhoog

4. Hormonen (zoals adrenaline) beïnvloeden ook je ademcentrum.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Verteringsstelsel (zie Binas 82C)

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Alle enzymen zijn eiwitten
Denatureren bij een bepaalde temperatuur. 
Wordt weergegeven in optimumkromme.

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video


Je kunt met BINAS 82 D beschrijven op welke manier de lever is opgebouwd uit leverlobjes

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video

BINAS 85C
en 5H boek blz. 191 bron 18

Slide 46 - Slide

In het eerste gekronkelde nierbuisje vindt terugresorptie (reabsorptie) plaats. 

Actief transport:
glucose, aminozuren en zouten terug naar het bloed.






Slide 47 - Slide

Passief transport:
Door osmose volgt het water (in de richting van de hoogste concentratie stoffen.

80% van het water uit de voorurine gaat hierdoor al terug naar het bloed. 

Slide 48 - Slide

Lis van Henle - dalende been
Osmose zorgt voor terugresorptie water in de weefselvloeistof .

Hoe dieper in het niermerg, hoe hoger de osmotische waarde van de omgeving.

Slide 49 - Slide

Lis van Henle - stijgende been
Terugresorptie van NaCl, houdt ook de osmotische waarde van het merg hoog.

Slide 50 - Slide

Tweede gekronkelde nierbuisje
Actieve terugresorptie van NaCl + HCO3- 

Water volgt weer via osmose (= passief)

Slide 51 - Slide

Verzamelbuisje
Het gevormde urine eindigt in het verzamelbuisje. 

In totaal neem je ong. 99% van het water uit de voorurine terug op. 

Er blijft per dag zo'n 1,5 L urine over, dat via de urineleider naar de blaas gaat. 

Slide 52 - Slide