This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Schatten van maten
Slide 1 - Slide
Je wandelt ongeveer ... km/h.
A
2 km
B
5 km
C
8 km
D
10 km
Slide 2 - Quiz
De breedte van een deur is ongeveer ....
A
1 dm
B
1 cm
C
1 m
Slide 3 - Quiz
Een verdieping van een gebouw in ongeveer .... hoog.
A
3 m
B
30 m
C
30 cm
D
3 cm
Slide 4 - Quiz
Een volwassen man is ongeveer .... lang.
A
15 cm
B
2000 cm
C
1,80 m
D
0,87 m
Slide 5 - Quiz
De hoogte van een deur is ongeveer ....
A
2 dm
B
2 cm
C
2 m
Slide 6 - Quiz
Een deur heeft ongeveer dezelfde afmetingen als een eenpersoonsbed
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Omtrek en oppervlakte
Omtrek
als je ergens omheen gaat.
Oppervlakte
als je ergens op gaat.
Slide 8 - Slide
Welke formule hoort er bij de oppervlakte?
A
Lengte x Breedte
B
Lengte x breedte x hoogte
C
Breedte x Lengte
D
geen idee
Slide 9 - Quiz
Oppervlakte
Slide 10 - Slide
Welke formule hoort er bij de omtrek?
A
Lengte + breedte
B
(Lengte + breedte) x 2
C
Lengte x breedte
D
Lengte+breedte+lengte+breedte
Slide 11 - Quiz
Omtrek
Omtrek --> erom heen.
Slide 12 - Slide
De eenheid van omtrek is ............
A
vierkante meter (m²)
B
kubieke meter (m³)
C
meter (m)
D
geen van allen
Slide 13 - Quiz
De eenheid van oppervlakte is?
A
Vierkante meter (m²)
B
Meter (m)
C
Kubeke meter (m³)
D
Je weet zelf toch
Slide 14 - Quiz
Rond een weiland loopt een sloot. Het weiland is 189,5m breed en 405m lang. Hoeveel km is de sloot om het weiland? Rond af op 1 decimaal. (laat ook je berekening zien)
Slide 15 - Open question
Wat is de oppervlakte van de laadruimte van de bus in m2?