What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Week 10 grammar Present perfect and adjectives
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
This video is no longer available
Welke video was dit?
Slide 3 - Slide
Wat is er fout in deze zin?
On February third, a bank in London has been robbed.
Slide 4 - Open question
Maak een zin met de Present Perfect
The robbers escaped with another vehicle with a sketchy unknown driver.
Slide 5 - Open question
Maak een zin met de Present Perfect
They are escaped from prison.
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
What sentence did you write down?
Slide 9 - Open question
Bijvoeglijke naamwoorden
(Adjectives)
Slide 10 - Slide
Vandaag...
Werkwoord
/
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Doel: aan het einde van de les weten we hoe we het bijvoeglijk naamwoord moeten toepassen.
https://youtu.be/hifcUYaACzI
Slide 11 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord (adjective)
Een
bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over een
zelfstandig naamwoord
.
Zelfstandig naamwoorden
zijn mensen, dieren, dingen
en je kunt er vaak
de, het
of
een
voor zetten.
Slide 12 - Slide
Geef een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord?
Slide 13 - Mind map
Bijvoeglijk naamwoord (adjective)
Het
mooie
meisje
Een
makkelijk
vak
De
fantastische
show
De
groene
auto
-> The
beautiful
girl
-> An
easy
subject
-> The
fantastic
show
-> The
green
car
Slide 14 - Slide
Wat is juist?
She is a ..... girl.
A
beautiful
B
beautifully
Slide 15 - Quiz
Wat is juist?
Let's have a ..... lunch.
A
quick
B
quickly
Slide 16 - Quiz
Wat is juist?
This is an ..... exercise.
A
easy
B
easily
Slide 17 - Quiz
Wat is juist?
The lead singer is .....
A
slow
B
slowly
Slide 18 - Quiz
Wat is juist?
'The haunting of Hill House' is a ..... series.
A
scary
B
scarily
Slide 19 - Quiz
Wat is juist?
He is always .....
A
nervous
B
nervously
Slide 20 - Quiz
Wat is juist?
The football player made a ..... movement.
A
sudden
B
suddenly
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
More lessons like this
2VE Adjectives + Adverbs
June 2022
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Adverb Adjective 3M
November 2021
- Lesson with
36 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Les 12: Grammar Theme 3
February 2021
- Lesson with
34 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Les 12: Grammar Theme 3
April 2022
- Lesson with
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
2D 25-05
May 2023
- Lesson with
17 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Les 12: Grammar Theme 3
January 2022
- Lesson with
44 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
present perfect herhaling
December 2023
- Lesson with
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Adverbs vs adjectives
January 2023
- Lesson with
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, t, havo
Leerjaar 2