4.3 Ruiken, proeven, voelen

Je hebt verschillende zintuigen.
Welk zintuig hoort bij het oog?
A
gezichts zintuig
B
licht zintuig
C
gehoor zintuig
D
reuk zintuig
1 / 30
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Je hebt verschillende zintuigen.
Welk zintuig hoort bij het oog?
A
gezichts zintuig
B
licht zintuig
C
gehoor zintuig
D
reuk zintuig

Slide 1 - Quiz

Beschermt het oog tegen vuil en te fel licht
Beschermt het oog tegen uitdroging
Verspreidt traanvocht over het oog
Zorgt ervoor dat zweet langs het oog loopt
Produceert traanvocht
Ooglid
Traanklier
Traanvocht
Wenkbrauw
Wimper

Slide 2 - Drag question

Lens
Pupil
Iris
Hoornvlies
Harde oogvlies
Vaatvlies
Glasachtig lichaam
Oogzenuw
Oogspier
Blinde vlek
Gele vlek
Straallichaam
Netvlies

Slide 3 - Drag question

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 4 - Drag question

In het oor worden trillingen uit de lucht versterkt. In welk onderdeel van het oor gebeurt dit?
A
Het slakkenhuis
B
De oorschelp
C
De gehoorbeentjes
D
Het trommelvlies

Slide 5 - Quiz

Hoe lopen de trillingen door het oor?
A
Gehoorgang - gehoorbeentjes - trommelvlies - slakkenhuis
B
Gehoorgang - trommelvlies - slakkenhuis - gehoorbeentjes
C
Gehoorgang - trommelvlies - gehoorbeentjes - slakkenhuis
D
Gehoorgang - slakkenhuis - gehoorbeentjes - trommelvlies

Slide 6 - Quiz

De onderdelen van het oor van de hond hebben dezelfde naam als de onderdelen van het oor van de mens.
Wat is de naam van onderdeel C?
A
Gehoorgang
B
Gehoorbeentjes
C
Oorschelp
D
Trommelvlies

Slide 7 - Quiz

    4.3 Ruiken en proeven

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
4.3 Ruiken en proeven
1. Je kunt uitleggen hoe ruiken werkt
2. Je kunt uitleggen hoe proeven werkt
3. Je weet welke smaakgebieden er zijn

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

4.3 Proeven, ruiken, voelen
Leerdoel(en) van deze les:
  • Je kunt uitleggen uit welke lagen de huid is opgebouwd
  • Je kunt de zintuigen in de huid benoemen en hun werking beschrijven
  • Je kunt uitleggen hoe de huid helpt bij het constant houden van je lichaamstemperatuur
  • Begrippen: 

Slide 18 - Slide

Programma
  1. Welkom
  2. Herhalen stof + checken vragen/huiswerk
  3. Nieuwe stof uitleg '4.3 Proeven, ruiken, voelen'.
  4. Klassikale afsluiting met Kahoot
  5. Aan de slag/huiswerk

Slide 19 - Slide

4.3 Proeven, ruiken, voelen
Hoe neem je smaak waar?  
Proeven

  • Smaakzintuigen
    - In voedsel zitten smaakstoffen (prikkels)
    - Vijf soorten smaakzintuigen > zoet, zout, zuur, bitter en umami (hartig)
    - Smaakzintuigen zetten smaakstoffen om in impulsen
    - Impulsen gaan naar de hersenen
    - Als je eten kauwt gaan geurstoffen via keelholte naar de zintuigcellen van het reukzintuig in je neusholte



Slide 20 - Slide

4.3 Proeven, ruiken, voelen
Hoe neem je smaak waar?
Ruiken

  • Reukzintuig
    - Ligt boven in de neusholte > bevat zintuigcellen
    - Ingeademde lucht bevat geurstoffen (prikkels)
    - Zintuigcellen zetten geurstoffen om in impulsen
    - Impulsen gaan via zenuwen naar hersenen
    - Ruiken is belangrijk bij overleven > denk aan bedorven eten, of gevaarlijke gassen

Slide 21 - Slide

Welk zintuig: je prikt een naald in je vinger.
A
warmtezintuig
B
koudezintuig
C
tastzintuig
D
pijnzintuig

Slide 22 - Quiz

Welk zintuig: iemand geeft een kus op je wang.
A
warmtezintuig
B
koudezintuig
C
tastzintuig
D
pijnzintuig

Slide 23 - Quiz

Welk zintuig: de wind voelt ijskoud aan.
A
warmtezintuig
B
koudezintuig
C
tastzintuig
D
pijnzintuig

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Welke zintuigen liggen allemaal in de huid?

Slide 27 - Open question

Welke zintuigen zitten in je tong?

Slide 28 - Open question

Welke smaken kan je proeven?

Slide 29 - Open question

Wat begrijp je tot nu toe van hoofdstuk 4?
Ik vind het goed te doen, heb geen extra uitleg nodig
Ik vind het moeilijk, wil graag extra uitleg
Ik vind bepaalde dingen lastig, namelijk...

Slide 30 - Poll