Paragraaf 4.3 - Proeven, ruiken, voelen [2]

4.3 Proeven, ruiken, voelen
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de zintuigen in de tong en neus benoemen en hun werking beschrijven
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

4.3 Proeven, ruiken, voelen
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de zintuigen in de tong en neus benoemen en hun werking beschrijven

Slide 1 - Slide

4.3 Proeven, ruiken, voelen
Hoe neem je smaak waar?  
Proeven

  • Smaakzintuigen
    - In voedsel zitten smaakstoffen (prikkels)
    - Vijf soorten smaakzintuigen > zoet, zout, zuur, bitter en umami (hartig)
    - Smaakzintuigen zetten smaakstoffen om in impulsen
    - Impulsen gaan naar de hersenen
    - Als je eten kauwt gaan geurstoffen via keelholte naar de zintuigcellen van het reukzintuig in je neusholte



Slide 2 - Slide

4.3 Proeven, ruiken, voelen
Hoe neem je smaak waar?
Ruiken

  • Reukzintuig
    - Ligt boven in de neusholte > bevat zintuigcellen
    - Ingeademde lucht bevat geurstoffen (prikkels)
    - Zintuigcellen zetten geurstoffen om in impulsen
    - Impulsen gaan via zenuwen naar hersenen
    - Ruiken is belangrijk bij overleven > denk aan bedorven eten, of gevaarlijke gassen

Slide 3 - Slide

4.3 Proeven, ruiken, voelen
  • Wat? Maken 4.3 – Opdracht 1 t/m 5
  • Hoe? Blz. 32 t/m 33
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 10 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 5 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
10:00

Slide 4 - Slide

Leerdoelen check

  • Hoe werken het reukzintuig en de smaakzintuigen samen?

  • Welke 5 soorten smaakzintuigen heb je?

Slide 5 - Slide

4.3 Proeven, ruiken, voelen
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen uit welke lagen de huid is opgebouwd
  • Je kunt de zintuigen in de huid benoemen en hun werking beschrijven
  • Je kunt uitleggen hoe de huid helpt bij het constant houden van je lichaamstemperatuur

Slide 6 - Slide

4.3 Proeven, ruiken, voelen
Welke zintuigen liggen er in je huid?

  1. Warmtezintuigen
    - gevoelig voor hogere temperatuur dan eigen lichaamswarmte
  2. Koudezintuigen
    - gevoelig voor lager temperatuur dan eigen lichaamswarmte
  3. Tastzintuigen
    - gevoelig voor aanraken met vingertoppen
    - in de vingertoppen liggen veel tastzintuigen dicht bij elkaar
  4. Pijnzintuigen
    - doodlopende uiteinde van zenuwen, zijn voor het waarnemen van pijn



Slide 7 - Slide

4.3 Proeven, ruiken, voelen
Onderdelen en lagen van de huid





Slide 8 - Slide

4.3 Proeven, ruiken, voelen
Hoe blijf je op temperatuur? (zie bron 5, blz. 37)

  • Warmte- en koudezintuigen in huid en lichaam geven informatie over temperatuur door aan de hersenen > rond 37 graden Celsius
    - Te warm > hersenen regelen dat je afkoelt
    - Te koud > hersenen regelen dat je opwarmt
  • Bij opwarmen en afkoelen speelt de huid een belangrijke rol


Slide 9 - Slide

4.3 Proeven, ruiken, voelen
Opwarmen en afkoelen

  • Opwarmen
    - bloedvaten in huid worden nauwer > minder bloed doorheen
    - hierdoor minder warmte naar omgeving > lichaam warmt op
    - je gaat rillen > veel spieren beweging > warmte komt vrij
    - kippenvel > haartjes recht op > bij dieren isolerend > bij mensen niet
  • Afkoelen
    - bloedvaten in huid worden wijder > meer bloed doorheen
    - hierdoor meer warmte naar omgeving > lichaam koelt af
    - je gaat zweten > zweetklieren maken zweet > verdampt op huid > verkoelende werking

Slide 10 - Slide

4.3 Proeven, ruiken, voelen
  • Wat? Maken 4.3 – Opdracht 6 t/m 14
  • Hoe? Blz. 34 t/m 38
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 10 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 6 t/m 14 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
10:00

Slide 11 - Slide

Leerdoelen check

  • Wat zijn de 3 lagen van de huid?

  • Welke 4 zintuigen liggen er in de huid?

  • Hoe helpt de huid bij afkoelen en opwarmen?

Slide 12 - Slide