Thema Japan - H1

   Welkom!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

   Welkom!

Slide 1 - Slide

Herodotus
1) Waarin verschilde de geschiedopvatting van Herodotus van die van zijn voorgangers?

2) Hoe ging Herodotus te werk?

3) Waarin wijkt Herodotus' aanpak af van die van moderne historici?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Herodotus
  1. De voorgangers van Herodotus zagen de geschiedenis als een aaneenschakeling van gebeurtenissen veroorzaakt door de goden. Herodotus onderzocht de onderliggende oorzaken van gebeurtenissen door zich in beide kanten van het verhaal te verdiepen.
  2. Herodotus verzamelde informatie uit ooggetuigenverslagen, verhalen en traditie en gebruikte kritisch denken om conclusies te trekken.
  3. Herodotus deed nog niet aan kritisch bronnenonderzoek.

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
1 Westerse versus niet-westerse geschiedenis
1) Ik kan uitleggen wat de termen ‘niet-Westen’ en ‘Westen’ inhouden en verklaren 
hoe ze zijn ontstaan.
2) Ik kan beschrijven welke invloed de Europese expansie en de dekolonisatie 
hadden op de niet-westerse geschiedschrijving.

Slide 5 - Slide

Programma
  • Video Herodotus
  • Leerdoelen H1
  • Uitleg leerdoelen
  • Opdracht
  • Weektaak
  • Afsluiting

Slide 6 - Slide

Beschaafd en barbaars
Herodotus 
  • Griekse historicus uit 5e eeuw v.Chr.
  • Grieks civilité (beschaafd)
  • Vreemd was 'barbaars' of 'wild'
  • Gevolg >  Europese cultuur werd 'beschaafd'

Eurocentrisme = Idee dat de ontwikkeling van de wereldbeschaving gelijkloopt met de Europese beschaving.

Slide 7 - Slide

Beschaafd en barbaars
Wild, barbaars en beschaving als stadia van ontwikkeling vanaf 19e eeuw.

18e eeuw Adam Smith (grondlegger liberalisme)

stadia economie
jagers en verzamelaars > boeren > kooplieden en ambachtslieden

Slide 8 - Slide

Beschaafd en barbaars
Moderniseringstheorie
19e eeuw vereenvoudiging theorie > pre-industriële fase en industriële fase
Tegenstelling tussen 'Westerse' en 'Oosterse' wereld.

Welke begrippen horen volgens de moderniseringstheorie bij westers en welke bij oosters?
- achterlijk                - bedrijvig 
- dynamisch            - ontwikkeld
- onveranderlijk      - stilstand
- traditioneel            - vooruitstrevend

Slide 9 - Slide

Standplaatsgebondenheid
Historische vaardigheid (zie Feniks p377)

Je moet het denken en handelen van mensen in 
een bepaalde tijd kunnen beschrijven en verklaren.

Je wordt beter in het toepassen van standplaatsgebondenheid/ historische empathie als je bij het beoordelen van het denken en handelen van mensen rekening houdt met ....
1. wat mensen in die tijd konden weten;
2. wat de normen en waarden van mensen in die tijd waren;
3. je eigen normen en waarden.


Slide 10 - Slide

Traditionele westerse geschiedschrijving over niet-westen
  • Verhalen vanuit Europees perspectief over hoe Europeanen de wereld ontdekten, veroverden en in bezit namen.
  • Ontdekkingsreizen beginpunt geschiedschrijving niet-Westen.
  • Europeanen brachten 'beschaving'.
  • Oorzaken: religieus superioriteitsgevoel en technologische voorsprong.
 
Dit gedicht verscheen in 1897 ter ere van het 60e regeringsjubileum van Koningin Victoria. Zij was heerser van het enorme Britse wereldrijk met zijn talrijke koloniën. Welke mening over inheemse volken blijkt uit deze bron ?

Slide 11 - Slide

Niet-westerse geschiedschrijving
Vanaf WO2 dekolonisatie herschrijving niet-westerse geschiedenis
  • Minder 'grotemannengeschiedenis'
  • Meer aandacht voor: 
- prekoloniaal en onafhankelijk verleden
-minderheden
- sociale, culturele en economische geschiedenis
  • legitimatie van de macht

Slide 12 - Slide

Opdracht
1) De termen "westerse geschiedschrijving" en "niet-westerse geschiedschrijving" zijn zelf al voorbeelden van standplaatsgebondenheid. Leg dat uit. 

2) Dat Columbus Amerika ontdekte is een voorbeeld van....
A) eurocentrisme
B) moderniseringstheorie 
c) standplaatsgebondenheid


Slide 13 - Slide

Leerdoelen
1 Westerse versus niet-westerse geschiedenis
1) Ik kan uitleggen wat de termen ‘niet-Westen’ en ‘Westen’ inhouden en verklaren 
hoe ze zijn ontstaan.
2) Ik kan beschrijven welke invloed de Europese expansie en de dekolonisatie 
hadden op de niet-westerse geschiedschrijving.

Slide 14 - Slide

Thema Japan H1
Aan de slag
- Wat? Weektaak 1.4 Maak opdr. 1-10
- Hoe? Zelfstandig in stilte.
- Klaar? Herhaal Feniks H3


Slide 15 - Slide

   Welkom!

Slide 16 - Slide