B&F, Begrijpend lezen, NB week 19 AA

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 4,5

Begrijpend lezen

Nieuwsbegrip week 19

Titel: 4 en 5 mei

Niveau: AA

Voorkennis activeren

De titel van de tekst is: 

4 en 5 mei

Waar moet jij aan denken? 

Laat het weten op de volgende pagina!

4 en 5 mei

Lees de woorden voor jezelf

Doel van de les

Onderwerpen: 

- Herhalen verwijswoorden. 

- Antwoorden opzoeken in de tekst.

Geheugensteuntje

Verwijswoorden

Zie je de tussenkopjes?

Waar zou de tekst over gaan?  

Als je kijkt naar de kopjes en plaatjes. Wat verwacht je te lezen?

Inleiding

Printscreen inleiding

Hoe noemen we 4 mei?

1. Bevrijdingsdag
2. Dodenherdenking
3. Een belangrijke dag

Hoe noemen we 5 mei?

1. Bevrijdingsdag
2. Dodenherdenking
3. Een belangrijke dag

Tweede Wereldoorlog

Wie was de baas in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog?

1. De koning
2. Duitsland
3. Heel veel landen in de Wereld

Wat gebeurde er 75 jaar geleden?

1. De Tweede Wereldoorlog begon.
2. Heel veel landen gingen vechten.
3. Nederland werd bevrijd.

In regel 12 staat: 'de oorlog was hier toen voorbij'.
Waar wordt bedoeld met hier?

1. In de hele wereld
2. In Duitsland
3. In Nederland

In regel 13 staat: 'Dit jaar is dat 75 jaar geleden.
Welk jaar wordt bedoeld met dit jaar?

1. 75 jaar geleden
2. elk jaar
3. het jaar 2020

4 mei

Wie herdenken we op 4 mei?

Welk antwoord klopt?

1. Mensen die in de Tweede Wereldoorlog en in andere oorlogen stierven
2. Mensen die in landen wonen waar het nu oorlog is.
3. Mensen die Nederland bevrijd hebben.
4. Mensen die vroeger in Duitsland woonden.

Wat vieren we op 5 mei?

1. Dat de Tweede Wereld oorlog begon.
2. Dat heel veel landen gingen vechten.
3. Dat Nederland een vrij land is.

5 mei

Dit jaar wordt 4 en 5 mei anders gevierd. 

Hoe kun je zelf op 4 mei meedoen aan Dodenherdenking? 

Welke 4 staan in de tekst?

Wel

Niet

De vlag buiten halfstok hangen.

De vlag laten wapperen.

Met een trompet het lied 'taptoe' spelen.

Het Wilhelmus zingen.

Om 8 uur twee minuten stil zijn.

Heel blij zijn

In regel 28: 'We denken er dan aan hoe fijn het is dat er hier geen oorlog is.'
Waar wordt bedoeld met hier?

1. In Nederland
2. In de hele wereld
3. In Duitsland

Anders

In regel 32 staat: 'Iedereen moet het nu thuis vieren.'
Wat wordt bedoeld met 'het'?

1. 4 en 5 mei
2. corona
3. een verjaardag

Hoe vond je de les?

1. Makkelijk
2. Beetje moeilijk
3. Moeilijk

Goed bezig geweest! 

Je bent klaar met deze les!