Hoofdstuk 3: Paragraaf 5 Oorzaken en gevolgen

1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

huiswerk
5 t/m 12
blz 113 en 115

Slide 2 - Slide

Mindmap opdracht
Maak een mindmap.
  zie volgende dia

Lever de mindmap na afloop in.

Zorg dat je naam en klas erop staat.

Slide 3 - Slide

de 19e eeuw
Technologie
politiek
wonen
werken

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video




Sociale zekerheid en de verzorgingsstaat

Slide 6 - Slide

wat moet je leren voor de toets?
H3.1 t/m 3.3
oorzaak en gevolg (H3.5)

Vandaag: 
H3.5
Volgende keer:
afmaken oorzaak en gevolg / herhalen

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken en gevolgen.
  2. Je kunt onderscheid maken tussen verschillende soorten oorzaken en gevolgen.

Slide 8 - Slide

Pak Tekst 'Uitleg: Oorzaken en gevolgen' bladzijde 124 voor je van paragraaf 3.5.

Slide 9 - Slide

Oorzaken en gevolgen
  • Oorzaken: Waarom iets gebeurt.
  • Voorbeeld: Een oorzaak van de werkeloosheid in de jaren 1930 was de economische crisis.

  • Gevolg: Komt voort uit een andere gebeurtenis.
  • Voorbeeld: Een gevolg van de werkeloosheid is dat het inkomen daalt.
Meestal heeft een gebeurtenis meerdere oorzaken en gevolgen.

Slide 10 - Slide

Verschillende soorten
Er kunnen verschillende soorten oorzaken en gevolgen zijn:
  • Cultureel😀🛐🎨🧪
  • Economisch💰
  • Politiek-bestuurlijk👨‍⚖️📕
  • Sociaal🤑🤕

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Oorzaken en gevolgen
Oorzaken:
  • Directe oorzaken: Waarom iets gebeurt.
  • Aanleiding: De meest directe oorzaak.
  • Indirecte oorzaken: een indirecte oorzaak heeft geen rechtstreeks verband met die gebeurtenis.
Gevolgen:
  • Korte termijn: Direct merkbaar.
  • Lange termijn: Worden pas later duidelijk.

Slide 13 - Slide

Oorzaken en gevolgen
Oorzaken:
  • Directe oorzaken: Waarom iets gebeurt.
  • Aanleiding: De meest directe oorzaak.
  • Indirecte oorzaken: een indirecte oorzaak heeft geen rechtstreeks verband met die gebeurtenis.
Gevolgen:
  • Korte termijn: Direct merkbaar.
  • Lange termijn: Worden pas later duidelijk.

Aanleiding

Slide 14 - Slide

Ga aan de slag!
Maak opdracht 1, 2 en 5 van §3.5.

blz 124
Bespreking in 5 minuutjes.
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Startopdracht
Zitten volgens de plattegrond.

maak BLZ 125, opdracht 5

klaar: ga naar de examentrainer op blz 128


Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken
Maak het werkblad. Je mag het boek gebruiken als je het antwoord niet weet.
Klaar?  Ga verder met test jezelf.
De laatste 10  minuten gebruiken we om het werkblad na te kijken.
timer
20:00

Slide 17 - Slide