1. Je werkhouding in de klas tijdens de voorbereiding
- Je gaat serieus aan de slag
- Je praat niet te hard, zodat iedereen kan werken
- Doe je bovenstaande niet, ga je individueel aan de slag in de klas
2. Inhoud van de presentatie
- Je vertelt genoeg over elk punt zoals aangegeven
3. Je klasgenoten begrijpen je Frans
- Niet te moeilijke maar complete zinnen, gebruik woorden uit de apprendres
- Let op de uitspraak en de formulering