Voorzetselvoorwerp

Zinsontleding: voorzetselvoorwerp
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Zinsontleding: voorzetselvoorwerp

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoel
  • Voorkennis
  • Theorie
  • Opdrachten
  • Reflectie

Slide 2 - Slide

Lesdoel

  • Je kunt het voorzetselsvoorwerp in een zin vinden. 

Slide 3 - Slide

Voorzetsels

Slide 4 - Mind map

Werkwoorden met een
vast voorzetsel

Slide 5 - Mind map

Theorie - voorzetselvoorwerp
  • Sommige werkwoorden hebben dus een vast voorzetsel (bijv. wachten op). 
  • In zinnen met zulke werkwoorden heet het zinsdeel dat begint met het vaste voorzetsel, het voorzetselvoorwerp

  • (De scouts) (zien) al weken [uit] |naar het kampeerweekend in Drenthe|.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Theorie - voorzetselvoorwerp (2)
  • Regel: 
       Een voorzetselvoorwerp is een ZD dat begint met het vaste           voorzetsel dat bij een zww hoort. 

Let op!
(Hij) (wacht) |op zijn vader|.
(Hij) (wacht) op het perron.

Slide 8 - Slide

Gerda wachtte op haar vriend.
A
Wel
B
Niet

Slide 9 - Quiz

Tijdens zijn wandeling verbaasde de boswachter zich over de vele paddenstoelen.

Slide 10 - Open question

Morgen gaat de docent zijn klas een beetje op de toets voorbereiden.

Slide 11 - Open question

1. Op het bouwterrein zoeken archeologen...
2. Je moet je cijfers niet altijd maar vergelijken...
3. Al sinds zijn jeugd is Jonathan erg geïnteresseerd... 
4. Waarom schamen jullie je eigenlijk...
5. De medewerkers van het Rode Kruis ontfermenden zich...
6. Een dikke winterjas beschermde Nathalie...
over de jonge kinderen
in archeologie 
met je klasgenoten
tegen de koude wind
naar eeuwenoude munten
voor je ouders

Slide 12 - Drag question

Opdrachten/Huiswerk

Maak schakel 6, 7, 8 en 9.

  • Je werkt de rest van de les aan de opdrachten.
  • Krijg je het niet helemaal af? Maak het dan als huiswerk voor volgende week vrijdag 15 januari.

Slide 13 - Slide

Reflectie

  • Je kunt het voorzetselvoorwerp in een zin vinden.

Slide 14 - Slide

Tegen die gemene beschuldigingen moet je je zo goed mogelijk verweren.

Slide 15 - Open question

Hij zat aan het strand.
A
Wel
B
Niet

Slide 16 - Quiz