Les 4 - voorzetselvoorwerp

Vandaag 15 januari
  • Nieuwsquiz
  • Uitleg voorzetsel voorwerp
  • Oefenen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag 15 januari
  • Nieuwsquiz
  • Uitleg voorzetsel voorwerp
  • Oefenen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Bedenk een werkwoord met een vast voorzetsel.

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Uitleg voorzetsel voorwerp
Wanneer een werkwoord vast verbonden is met een voorzetsel is er sprake van een voorzetselvoorwerp (vzv).

  • wachten op
  • denken aan
  • spelen met
  • herinneren aan


Slide 5 - Slide

Uitleg voorzetsel voorwerp
wachten op  
  • Hij wacht op zijn oude en lieve oma. (vzv)

denken aan
  • Zij denkt aan de mooie aantrekkelijke jongen. (vzv)

Slide 6 - Slide

Uitzondering
Bijvoorbeeld wachten op het perron.
  • Hier is op het perron geen voorzetselvoorwerp.

Het is geen voorzetselvoorwerp, omdat het over een plek gaat. Je kunt ook wachten naast het perron, achter het perron of boven het perron.

Slide 7 - Slide

Op het besluit van de commissie wilde de woordvoerder niet vooruitlopen. 
Voorzetsel-
voorwerp
Onderwerp
Gezegde
Bijwoordelijke 
bepaling
de 
woordvoerder
wilde vooruitlopen
Niet
op het besluit
van de commissie

Slide 8 - Drag question

Vandaag 19 januari
  • Ophalen kennis voorzetsel voorwerp
  • Herhalen voorzetsel voorwerp
  • Oefenen
  • Aan de slag met opdrachten

Slide 9 - Slide

Volgens de Citotoest is hij geschikt voor het atheneum.
Voorzetsel-
voorwerp
Onderwerp
Gezegde
Bijwoordelijke 
bepaling
Volgens de Citotoets
is geschikt
hij
voor het atheneum

Slide 10 - Drag question

Hij speelt graag met Lego.
Voorzetsel-
voorwerp
Onderwerp
Gezegde
Bijwoordelijke 
bepaling
Hij
speelt
graag
met Lego

Slide 11 - Drag question

Uitleg voorzetsel voorwerp
Wanneer een werkwoord vast verbonden is met een voorzetsel is er sprake van een voorzetselvoorwerp (vzv).

  • wachten op
  • denken aan
  • spelen met
  • herinneren aan


Slide 12 - Slide

Uitleg voorzetsel voorwerp
wachten op  
  • Hij wacht op zijn oude en lieve oma. (vzv)

denken aan
  • Zij denkt aan de mooie aantrekkelijke jongen. (vzv)

Slide 13 - Slide

Uitzondering
Bijvoorbeeld wachten op het perron.
  • Hier is op het perron geen voorzetselvoorwerp.

Het is geen voorzetselvoorwerp, omdat het over een plek gaat. Je kunt ook wachten naast het perron, achter het perron of boven het perron.

Slide 14 - Slide

Ontleed onderstaande zin:

Ik ben erg nieuwsgierig naar de uitslag van Wie is de Mol.


Slide 15 - Open question

Over de winstcijfers van het bedrijf leken de aandeelhouders zeer tevreden.

Wat is het vv?
A
over de winstcijfers
B
van het bedrijf
C
over de winstcijfers van het bedrijf
D
de aandeelhouders

Slide 16 - Quiz

Vul de zin aan met een voorzetselvoorwerp.

Op het bouwterrein zoeken archeologen ..........

Slide 17 - Open question

Vul de zin aan met een voorzetselvoorwerp.

Sinds de kleuterschool ben ik erg geïnteresseerd........

Slide 18 - Open question

Aan de slag
2 havo
  • H2 grammatica voorzetsel voorwerp --> start opdracht + opdrachten in jouw leerroute.

2 vwo
  • H2 grammatica voorzetsel voorwerp --> start opdracht + opdrachten in jouw leerroute.

Slide 19 - Slide