Pruiken & revoluties >les 1 (buitenhuizen)

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 4,5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.

Slide 1 - Slide

Kerndoel 52
De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.

Slide 2 - Slide

Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

Slide 3 - Slide

Kerndoel 53
De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

Slide 4 - Slide

Tijdbalk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800

Slide 5 - Slide

Je leert vandaag:
  • Hoe een buitenhuis eruit ziet.
  • Wat de mode is voor rijke mensen.
  • Hoe deftige mensen zich moeten gedragen. 

Slide 6 - Slide

Tijdbalk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800

Slide 7 - Slide

Pruiken
Nederland was in de 18e eeuw niet meer zo rijk als in de Gouden 17e eeuw. De 18e eeuw wordt daarom ook wel de Zilveren eeuw genoemd. De rijke mensen leven nog steeds in luxe. Zij droegen pruiken, reden in koetsen en woonden in de zomer is buitenhuizen
Revoluties
Er waren veel mensen die geen werk hadden en daardoor arm waren.
Er was een grote tegenstelling tussen arm en rijk
De mensen kwamen daartegen in opstand. 
Er ontstonden in sommige landen zelfs revoluties.
Dit tijdvak wordt daarom in de geschiedenis de tijd van de pruiken en revoluties genoemd. 

Slide 8 - Slide

Buitenhuis
Veel rijke mensen laten in de 17e en 18e eeuw een groot huis buiten de stad bouwen. 
Deze buitenhuizen zijn net paleizen, met grote tuinen en enorme kamers. 
De mensen genieten hier in de zomer van de rust. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Hoort het bij een buitenhuis of niet?

in de natuur
A
hoort bij buitenhuis
B
hoort niet bij buitenhuis

Slide 11 - Quiz

Hoort het bij een buitenhuis of niet?

in de stad
A
hoort bij buitenhuis
B
hoort niet bij buitenhuis

Slide 12 - Quiz

Hoort het bij een buitenhuis of niet?

bij de zee
A
hoort bij buitenhuis
B
hoort niet bij buitenhuis

Slide 13 - Quiz

Hoort het bij een buitenhuis of niet?

bij een rivier
A
hoort bij buitenhuis
B
hoort niet bij buitenhuis

Slide 14 - Quiz

Hoort het bij een buitenhuis of niet?

aan een gracht
A
hoort bij buitenhuis
B
hoort niet bij buitenhuis

Slide 15 - Quiz

De salon
In het buitenhuis is de salon een belangrijke kamer.
Hier komen de mensen samen met hun gasten om te praten, muziek te maken of een spelletje te doen. 

Slide 16 - Slide

Theehuis
De tuinen van de buitenhuizen zijn erg mooi en groot. 
Er zijn vijvers, doolhoven en watervallen.
Er staat in bijna elke tuin wel een theehuis.
De mensen drinken hier thee uit China.
In de 18e eeuw is thee erg duur. Alleen de rijken kunnen dit betalen. 

Slide 17 - Slide

Uit welke taal zou het woord salon komen?
A
Uit het Duits
B
Uit het Engels
C
Uit het Frans

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Hoepeljurk
In de 18e eeuw dragen alle rijke vrouwen een hoepeljurk. 
Hoe wijder de jurk, hoe rijker de vrouw.
Sommige jurken zijn zo wijd, dat vrouwen niet recht door de deur kunnen lopen. 
Pruik
De rijke mensen volgen in de 18e eeuw de Franse mode.
Belangrijke mannen en vrouwen dragen in Frankrijk een pruik.
In ons land doen rijke mensen dat ook.
Aan de pruik kun je zien hoe belangrijk en rijk iemand is; hoe hoger de pruik hoe rijker. 
Vrouwen in de 18e eeuw

Slide 20 - Slide

Mannen in de 18e eeuw
Echt haar
Pruiken worden gemaakt van echt haar. 
Arme vrouwen verkopen hun eigen haar om een beetje geld te verdienen.
Blond haar
Blonde pruiken zijn vooral in de mode.
Maar er is niet genoeg blond haar voor alle pruiken.
Mensen smeren daarom hun pruik in met een soort zalf. 
Daarna strooien ze er meel overheen. 
Zo lijkt het alsof ze toch een blonde pruik hebben.
Paardenhaar
Mensen gebruiken soms ook paardenhaar voor hun pruik. 

Slide 21 - Slide

Waarvoor gebruiken vrouwen dit voorwerp?

Slide 22 - Open question

Een Franse juf
De kinderen van rijke ouders gaan niet naar school.
Zij krijgen van een gouvernante thuis les. 
Zij leert de kinderen lezen, schrijven en rekenen.

Frans
De meeste gouvernantes komen uit Frankrijk.
Dat is handig, want de kinderen uit rijke families moeten Frans leren.

Opvoeden
De gouvernante geeft niet alleen les, zij voedt de kinderen ook op.
Dit doet zij natuurlijk op de Franse manier. 

Slide 23 - Slide

De gouvernante op dit plaatje is een rijke vrouw.
Hoe kun je dat zien?

Slide 24 - Open question

Franse etiquette
Rijke mensen willen graag laten zien hoe beschaafd en netjes ze zijn.
Zij volgen daarom de Franse manieren. 
Deze manieren noem je etiquette
Boek
Alle regels van de etiquette staan in een boek. 
Alle rijke mensen hebben dat boek in huis.

Niet netjes
Sommige manieren uit de 18e eeuw vinden wij nu helemaal niet zo netjes.
Je thee slurpen, van een schoteltje drinken, dat mag allemaal!
En je mag ook windjes laten bij het theedrinken. Voor mensen uit de 18e eeuw is dat een teken dat het goede thee is. 
Uit het etiquetteboek:
'Een man moet een vrouw met een handkus groeten. Let op: de lippen mogen de hand maar een heel klein beetje aanraken.'

Slide 25 - Slide

Franse manieren

Slide 26 - Slide

Evaluatie

Slide 27 - Slide

Het tijdvak pruiken en revoluties is in de 18e eeuw.
Welke jaartallen horen daarbij?
A
1500-1600
B
1600-1700
C
1700-1800
D
1800-1900

Slide 28 - Quiz

Wat hoort bij elkaar? 
salon
kniebroek
etiquette
theehuis
gouvernante
hoepeljurk
thee drinken
mode voor dames
handkus
mode voor heren
Franse juf
spelletjes doen

Slide 29 - Drag question