3.5 Stoffen scheiden BK

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Stoffen scheiden

Wat gaan we vandaag doen?

Toets H3 Water inplannen

Korte quiz: vorige paragraaf

Lesdoelen nieuwe paragraaf

Uitleg stoffen scheiden

Aan de slag

Wanneer lost suiker het beste op.

1. Als het water koud is
2. Het maakt niet uit of het warm of koud is
3. Als het water warm is
4. -

Wat is een voorbeeld van een zuivere stof

1. Melk
2. Zout
3. Drop
4. Cola

Oplossing

Suspensie

Onthoud

Een mengsel bestaat uit twee of meer stoffen bij elkaar.

Een zuivere stof bestaat uit één stof.

Bij oplossen valt een stof in heel kleine deeltjes uit elkaar.

Het oplosmiddel is de vloeistof waarin je een stof oplost.

Een oplossing is altijd helder en soms gekleurd.

Helder betekent dat je erdoorheen kunt kijken.

In een suspensie zitten kleine stukjes vaste stof in een vloeistof.

Een suspensie is altijd troebel en gekleurd.

Troebel betekent dat je er niet doorheen kunt kijken.

Leerdoelen H3.5

1 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij bezinken.

2 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij filtreren.

3 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij indampen.

4 Je kunt het proces van koffiezetten beschrijven.

Scheiden van een Mengsel

Er zitten twee stoffen in een Mengsel;

Deze stoffen kun je uit elkaar halen.

Hiervoor zijn verschillende scheidingsmethodes:

Bezinken, filtreren en indampen. 

Bezinken

Mengsel van zand en water; 

Na een tijdje is de zand naar beneden gezakt.

Bij bezinken zakken dus de vaste deeltjes naar beneden.

Filtreren

Indampen

Koffiezetten

Aan de slag: 3.5

Klaar? Huiswerk: 3.1 t/m 3.5

Klaar? lees H3.6

Onthoud

Scheiden is de stoffen in een mengsel uit elkaar halen.

Bij bezinken zakken de deeltjes vaste stof naar beneden.

Bij filtreren blijven de deeltjes vaste stof achter in een filter.

Bij indampen kook je het water weg uit het mengsel. De deeltjes vaste stof blijven over.

Heet water trekt geurstoffen, kleurstoffen en smaakstoffen uit koffiepoeder.

De vaste stof die in het filter achterblijft, noem je het residu.

De vloeistof die door het filter loopt, noem je het filtraat.