5.5 Veranderende ecosystemen

5.5 Veranderende ecosystemen
  • successiestadia van een vegetatie: van pionierstadium -> via successie -> naar climaxstadium
  • primaire en secundaire successie
  • gradiëntecosysteem
  • indicatorsoorten kenmerkend voor elk stadium
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

5.5 Veranderende ecosystemen
  • successiestadia van een vegetatie: van pionierstadium -> via successie -> naar climaxstadium
  • primaire en secundaire successie
  • gradiëntecosysteem
  • indicatorsoorten kenmerkend voor elk stadium

Slide 1 - Slide

eerste planten die zich vestigen op kale grond vormen een pionierstadium, herkenbaar aan indicatorsoorten als klaproos, slangenkruid, reseda, akkerdistel en anderen

Slide 2 - Slide

kenmerken van een pionierstadium
  • beperkte biodiversiteit (weinig verschillende planten- en diersoorten)
  • bodem bevat weinig plantenresten (humus), voedselarm
  • planten blootgesteld aan grote schommelingen in abiotische factoren (temperatuur, lichtintensiteit, wind)
  • meeste planten zijn eenjarig en overleven als zaad en hebben weinig concurrentie van andere soorten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

verlanding: vb. van successie

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

kenmerken van successie
  • toename van biodiversiteit van zowel planten als dieren
  • er ontstaat een gelaagde begroeiing (bodembedekkers, kruiden, struiken, bomen)
  • eenjarigen worden vervangen door meerjarigen, kruiden door houtige gewassen
  • de bodem verandert van humusarm naar humusrijk
  • netto toename van biomassa (door CO2-opname)

Slide 8 - Slide

verschillende climaxstadia

Slide 9 - Slide

kenmerken van een climax stadium
  • grote variatie in climaxstadia door grote verschillen in bodem en klimaat (abiotische factoren)
  • grote biodiversiteit (van planten én dieren)
  • gelaagde vegetatie (bodemlaag/kruiden/struiken/bomen)
  • gesloten energiekringloop (assimilatie = dissimilatie), geen netto groei
  • gedempte invloed van abiotische factoren (microklimaat)

Slide 10 - Slide

subclimax: door menselijk ingrijpen (maaien. beweiding) of na bodemerosie; geen doorontwikkeling naar climax 

Slide 11 - Slide

primaire successie
  • ongestoorde ontwikkeling van pionierstadium tot climax
  • eerst is bodemvorming nodig (verwering van rotsen) en humusvorming (organische resten) voordat er successie optreedt

Slide 12 - Slide

secundaire successie
  • na verstoring treedt (soms onvolledig) herstel op van het ecosysteem, gaat sneller dan primaire successie door aanwezigheid van humus in de bodem 

Slide 13 - Slide

herstel en secundaire successie na brand

Slide 14 - Slide

effecten van bodemerosie
  • vruchtbare toplaag weg
  • vertraagde successie
  • successie blijft hangen                                                                            in subclimax
  • badlands: nauwelijks                                                                     vegetatie meer

Slide 15 - Slide

oorspronkelijke Mediterrane vegetatie
-altijd groene bomen
-veel naaldbomen, cypressen
-bestand tegen lange droogteperiode

Slide 16 - Slide

gedegradeerde Mediterrane vegetatie (subclimax)
door kap en bodemerosie komt de oorspronkelijke vegetatie niet meer terug

Slide 17 - Slide

verschillende evenwichtssituaties in ecosystemen
  • lees p.120 vanaf TWEE EVENWICHTSSITUATIES en bekijk afb.40 

Slide 18 - Slide

hoe wordt het kantelpunt in deze grafiek weergegeven?

Slide 19 - Open question

Hoe houden konijnen de successie van grasland naar struiken tegen?

Slide 20 - Open question

welke grafieklijn in afb. 40 hoort bij de evenwichtstoestand waarbij er veel houtige gewassen zijn?
A
de bovenste grafieklijn
B
de onderste grafieklijn
C
de gestippelde grafieklijn

Slide 21 - Quiz

bekijk afb. 38 op p.119
-wat is er in het experiment tussen tekening 1 en 2 gebeurd?

Slide 22 - Open question

hoe wordt de ontwikkeling van een pionierecosysteem naar een climaxecosysteem genoemd?

Slide 23 - Open question

welk kenmerk hoort bij een pionier ecosysteem?
A
gelaagde vegetatieopbouw
B
humusrijke bodem
C
sterke schommelingen in abiotische factoren
D
grote biodiversiteit

Slide 24 - Quiz

het herstel van de vegetatie na een natuurramp noemen we
A
primaire successie
B
secundaire successie
C
climax ecosysteem
D
pionier ecosysteem

Slide 25 - Quiz

verwerking
  • maak opdracht 26, 27, 28a, 30

Slide 26 - Slide