ä = als “e” in tellen of als ee in kleed Väter, nämlich
ü = als „u“ in zus of als uu in vuur fünf, Brüder
ö = als „eu“ in deuk of als eu in deur blöd, zwölf
äu = als „oi“ in hoi Mäuse, Häuser
z = ts in stunami zehn, zwanzig
s = aan het begin van een lettergreep als z in zijn sieben, tausend
ß / ss = als “s” in vaas heißen, Klasse
i = als korte „i“ in zin ich, bin
ie = als lange „ie“ in hier sieben, wie
u = als “oe” in koe Telefonnummer, null
ei = als „ai“ in mais sein, drei
eu = als „oi“ in hoi neun, Deutschland
g = als "g" in Engels "goodmorning"