H4 BSM H1.6 en 1.7 P2

Startklaar
- Laptop en map op tafel.
- Jassen en tassen weg.
- Telefoon in je zakkie.
-
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Startklaar
- Laptop en map op tafel.
- Jassen en tassen weg.
- Telefoon in je zakkie.
-

Slide 1 - Slide

Hfdst 1.6 Meten van Fitheid
Wat weten jullie nog van hoofdstuk 1.6?

Slide 2 - Slide

Wat is conditie en wat is fitheid?

Slide 3 - Open question

Noem 3 grondmotorische eigenschappen

Slide 4 - Open question

Noem 3 verschillende fitheidstesten

Slide 5 - Open question

Hoe zorg je ervoor dat een test betrouwbaar is?

Slide 6 - Open question

Energiesystemen hfdst 1.7
ATP = ATP -> ADP + P + Energie (blz 124)
Fosfaatsysteem (blz 125)
Aerobe/Anaerobe systeem (blz 126 en 127)
Grafiek energiesystemen (blz 129)

Slide 7 - Slide

ATP = ATP -> ADP + P + Energie
ATP doet dan dienst als energieaccu voor de cel. Als opslag van energie. Als de cel dan energie nodig heeft, dan wordt de voorraad ATP aangesproken. Als ATP wordt omgezet in ADP + P komt de opgeslagen energie vrij.
https://youtu.be/qMy0g81YjdM?si=uy0UYwoe5rWBUHd5

Slide 8 - Slide

Wat weet jij over aerobe en anaerobe verbranding?

Slide 9 - Open question

Aerobe/Anaerobe systeem
https://youtu.be/DBcDhqoc9yw?si=HaQji2f5kP3toHsk

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Trainingsprincipes (overload, supercompensatie, etc)
https://youtu.be/YNRBAR6akIo?si=qjuXSype7Dzwb_wG

Slide 12 - Slide

Dit is geen trainingsprincipe (hfdst 1.7)
A
Overload
B
Supercompensatie
C
Reversibiliteit
D
Constructionalisatie

Slide 13 - Quiz

FITT staan niet voor?
A
Frequentie
B
intensiteit
C
Trainingskracht & Techniek
D
Trainingsduur & Type

Slide 14 - Quiz

Osama is 17 jaar. Zijn maximale HF (HF-max) is:
A
193
B
203
C
213
D
237

Slide 15 - Quiz

Wet van de verminderde meeropbrengst =
A
Je groeicurve neemt af als je ergens beter in gaat worden.
B
Je groeicurve neemt af als je ergens slechter in gaat worden.
C
Je groeicurve neemt toe als je ergens beter in gaat worden.

Slide 16 - Quiz

Zoek op:
- Verschil tussen Anatomie en Fysiologie.
- Wat is energiebalans.
- 3 fases van de Warming Up


Slide 17 - Slide

Extra oefenvragen:

Slide 18 - Slide

De WHO staat voor:
A
World Healing Organisation
B
Wereld Gezondheid Organisatie
C
World Heating Organisation
D
Woord Health Organisation

Slide 19 - Quiz

De WHO staat voor:
A
World Healing Organisation
B
Wereld Gezondheid Organisatie
C
World Heating Organisation
D
Woord Health Organisation

Slide 20 - Quiz

Deze zin "Gezondheid is een toestand van volledige lichamelijke, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken".
A
Onjuist
B
Juist

Slide 21 - Quiz

Hoeveel uur word aanbevolen om te slapen voor een goede leefstijl?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 22 - Quiz

immobiliteit betekend:
A
Niet of weinig bewegen
B
Teveel bewegen
C
Te zwaar bewegen.
D
Blessure gericht bewegen.

Slide 23 - Quiz

Inactieve mensen bewegen:
A
Geen 1 dag meer dan 30 minuten per dag.
B
Elke dag minder dan 1 uur.
C
Minder dan 7 uur per week.
D
Minder dan 2 uur per week.

Slide 24 - Quiz

Welke factor is het belangrijkst bij het verbeteren van cardiovasculaire fitheid?
A
Krachttraining
B
Duurtraining
C
Lenigheidsoefeningen
D
.Sprinttraining

Slide 25 - Quiz

Wat betekent de FITT-principe bij het opstellen van een trainingsprogramma?
A
Frequentie, Intensiteit, Type, Tijd
B
Focus, Intensiteit, Training, Tijd
C
Functionaliteit, Interval, Tempo, Training
D
Frequentie, Intensiteit, Toepassing, Techniek

Slide 26 - Quiz

Welke energieleverancier wordt vooral gebruikt bij langdurige inspanningen zoals een marathon?
A
ATP-CP systeem
B
Anaeroob lactisch systeem
C
Aerobe systeem
D
Creatinefosfaat

Slide 27 - Quiz

Hoe kan iemand zijn anaerobe drempel verbeteren?
A
Door regelmatig sprinttraining en intervaltraining te doen
B
Door lichte yoga- en stretchoefeningen te doen
C
Door alleen op lage intensiteit te trainen
D
Door volledig rust te nemen na elke training

Slide 28 - Quiz

Beschrijf het verschil tussen aerobe en anaerobe training en geef een voorbeeld van een sport waarbij elk type training belangrijk is.

Slide 29 - Open question

Hoe verschilt duurtraining van intervaltraining in effect op het lichaam en wanneer zou je voor de een of de ander kiezen?

Slide 30 - Open question

Waarom is herstel belangrijk bij krachttraining en hoe kun je het herstelproces bevorderen?

Slide 31 - Open question

Huiswerk
Hoofdstuk 1.7 leren

Slide 32 - Slide