VRAGEN

Bloemen zijn organen van planten die nodig zijn voor...
A
De ademhaling van planten
B
De voortplanting van planten
C
De groei van planten
D
Het mooi zijn!
1 / 34
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Bloemen zijn organen van planten die nodig zijn voor...
A
De ademhaling van planten
B
De voortplanting van planten
C
De groei van planten
D
Het mooi zijn!

Slide 1 - Quiz


INSECTEN-
BLOEM

WIND-
BLOEM
Groot en opvallend gekleurd
nectar
stuifmeelkorrels plakkerig
lichte stuifmeelkorrels
helmknoppen diep in de bloem
helmknoppen hangen buiten de bloem
veel stuifmeel
klein en groen
stempels hangen buiten de bloem
weinig stuifmeel

Slide 2 - Drag question

insectenbloemen
Windbloemen
Kroonblad is gekleurd
Kroonblad is klein en groen
De bloemen zijn geurig en hebben nectar
De bloemen hebben geen nectar
Meeldraden hangen uit de bloem
Meeldraden zitten in de bloem
Stempels zitten meestal in de bloem
Stempel hangt meestal buiten de bloem
Stempels zijn veervormig
Stuifmeelkorrels zijn groot en kleverig
Stuifmeelkorrels zijn glad en licht

Slide 3 - Drag question

Mannelijk voortplantingsorgaan van een bloem
Vrouwelijk voortplantingsorgaan van een bloem
Mannelijke geslachtscellen bij bloemen
Vrouwelijke geslachtscellen bij bloemen
Eicellen
Stuifmeelkorrels
Meeldraden
Stamper

Slide 4 - Drag question

Stempel
Stijl
Kroonblad
Meeldraad
Kelk
blad
Stamper

Slide 5 - Drag question


A
celmembraan
B
celrand
C
celband
D
celwand

Slide 6 - Quiz

Wat hoort bij cellen van de plant?
A
celwand bladgroenkorrels celmembraan
B
celmembraan geen bladgroenkorrels celwand
C
celkern geen bladgroenkorrels geen celwand
D
celkern geen bladgroenkorrels celwand

Slide 7 - Quiz

Met welke onderdelen maakt een plant zijn eigen voedingsstoffen ?
A
huidmondjes
B
bladgroenkorrels
C
vaatbundels
D
wortelharen

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de witte pluisjes op een wortel?
A
Zijwortels
B
Wortelharen
C
Stengel
D
Schimmel

Slide 9 - Quiz

Wat zit er in de zaadlobben?
A
reservevoedsel
B
niks
C
blaadjes

Slide 10 - Quiz

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 11 - Drag question

Meeldraad en stamper zijn de .................... van de plant
A
Ademhalingsorganen
B
Voortplantingsorganen
C
Transportorganen
D
Verteringsorganen

Slide 12 - Quiz

De meeldraad is het ............... voortplantingsorgaan
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 13 - Quiz

De stamper is het ............... voortplantingsorgaan
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 14 - Quiz

Waarom zijn veel bloemen fel gekleurd?

Slide 15 - Open question

De bij neemt stuifmeel mee naar de volgende bloem. Het komt dan op de ............ terecht
A
Meeldraad
B
Kroonbladeren
C
Stamper
D
Kelkbladeren

Slide 16 - Quiz

Het stuifmeel van een madeliefje komt op de stamper van een boterbloem. Is dit bestuiving?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Welke dieren dragen ook bij aan bestuiving, naast bijen?

Slide 18 - Open question

Kruisbestuiving: stuifmeel komt op stamper van dezelfde plant
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Noem drie kenmerken van insectenbloemen

Slide 20 - Open question

Noem drie kenmerken van windbloemen

Slide 21 - Open question

Hoe heet het deel aangegeven bij 1?
1
A
Stempel
B
Kroonblad
C
Meeldraad
D
Vruchtbeginsel

Slide 22 - Quiz

Hoe heet het deel aangegeven bij 2?
2
A
Stempel
B
Kroonblad
C
Meeldraad
D
Vruchtbeginsel

Slide 23 - Quiz

Hoe heet het deel aangegeven bij 4?
4
A
Stempel
B
Kroonblad
C
Meeldraad
D
Vruchtbeginsel

Slide 24 - Quiz

Uit welke 3 delen bestaat de stamper?

Slide 25 - Open question

Waar worden de stuifmeelkorrels gemaakt?

Slide 26 - Open question

Noem zoveel mogelijk organen van een plant

Slide 27 - Open question

Wat is, denk je, de functie van bloemen?

Slide 28 - Open question

welke voedingsstoffen zitten er in een pinda?
A
glucose
B
zetmeel
C
vet

Slide 29 - Quiz

welke voedingsstof zit er in een aardappel?
A
glucose
B
zetmeel
C
vet

Slide 30 - Quiz

Welke stoffen heeft een plant nodig om eiwitten voor groei te maken?

Slide 31 - Open question

Bloemetjes en bijtjes

Wat geldt voor windbloemen?
A
1. kleverig stuifmeel 2. onopvallende bloemen 3. produceren nectar
B
1. veel, heel fijn stuifmeel 2. onopvallende bloemen 3. produceren geen nectar
C
1. veel, heel fijn stuifmeel 2. opvallende bloemen 3. produceren nectar
D
1. kleverigstuifmeel 2. opvallende bloemen 3. produceren geen nectar

Slide 32 - Quiz

Bloemetjes en bijtjes

Wat is de juiste volgorde?
A
groei stuifmeelbuis, bestuiving, bevruchting, zaadvorming
B
zaadvorming, groei stuifmeelbuis, bestuiving, bevruchting
C
zaadvorming, groei stuifmeelbuis, bevruchting, bestuiving
D
bestuiving, groei stuifmeelbuis, bevruchting, zaadvorming

Slide 33 - Quiz

Van bloem tot vrucht

1. Een doperwt is een voorbeeld van een zaad
2. Een sperzieboon is een voorbeeld van een vrucht
A
1 = waar 2 = waar
B
1 = waar 2 = niet waar
C
1 = niet waar 2 = waar
D
1 = niet waar 2 = niet waar

Slide 34 - Quiz