lastige ww-2

Goedemorgen!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Leesboek
  • Laptop
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Pen
timer
2:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Goedemorgen!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Leesboek
  • Laptop
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Pen
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Lezen in je boek
timer
8:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen? 
  • Werkwoordspelling
  • Herhaling
  • Maken en nakijken opdrachten Nieuw Nederlands
    (NUMO)
  • Evaluatie les
  • Afsluiten

Slide 3 - Slide

Werkwoordspelling

In deze les worden alle mogelijke werkwoordvormen en hun spellingwijze nog een keer samengevat.

Slide 4 - Slide

Belangrijke vraag

Voor een juiste werkwoordspelling, moet je altijd eerst een belangrijke vraag stellen. Namelijk:


Heb ik te maken met een persoonsvorm?

Slide 5 - Slide

Waarom?

Deze vraag is heel belangrijk. Kijk maar:


Hier is vorige week een ongeluk gebeur... Het is een gevaarlijk kruispunt. Best kans dat er nog een ongeluk gebeur.. 

Slide 6 - Slide

Hoe spel je de persoonsvorm?

In de volgende twee overzichtjes zie je hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en de persoonsvorm van een zwak werkwoord in de verleden tijd moet spellen.

Slide 7 - Slide


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

de(n) of te(n)?

Om te weten of je bij een zwak werkwoord in de verleden tijd nu de(n) of te(n) moet schrijven, gebruik je 't ex-kofschip.


  1. hele werkwoord -en  = stam branden / surfen
  2. laatste letter van de stam in 't ex-kofschip?: brand / surf
  3. nee: de(n): de(n)
  4. ja: te(n): te(n)
  5. ik-vorm van werkwoord + uitgang : brandde(n) / surfte(n)

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Maken opdrachten 1 t/m 5
vanaf bladzijde 228
Opdrachten af? Vraag antwoordblad.

Ben je klaar?
Ga naar NUMO- Taken - Werkwoordspelling

Slide 11 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 12 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 13 - Slide