4.5 Onderwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 4.5
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz 172.

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les:

- weet je hoe je het onderwerp in een zin kan vinden. 

Leergebiedoverstijgende doelen:

Denkvermogen:

- Realiseer een oplossing volgens plan

- Formuleer criteria voor de oplossing

Samenwerkend leren:

- Pas je gedrag aan na terechte kritiek van een medeleerling

- Kan het groepsbelang voor het eigen belang zetten

3. Arrangementen + Mini-check

Verdiept (een 8 of hoger): Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check.

Elsa en Robert eten vanavond pasta.
Wie eten?

De fietsenmaker repareert morgen mijn fiets.
Wie repareert?

De erg slimme leerling had de moeilijke opdrachten in een half uur gemaakt.
Wie had gemaakt?

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 14 en 15 op blz 174

De rest doet mee met de instructie. 

het onderwerp

De werkwoorden in een zin vertellen wat er gedaan wordt of wat er gebeurt.

Het onderwerp in een zin vertelt wie of wat dat doet.

getalproef

Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar. Ze zijn allebei of enkelvoud of allebei meervoud.

De kat eet.

De katten eten.

Hoe vind je het onderwerp?

1. Je zoekt eerst het werkwoordelijk gezegde.

2. Dan stel je de vraag wie / wat + werkwoordelijk gezegde.

De leerlingen letten goed op.

Wie letten op? ....... de leerlingen.

thiememeulenhoff.bbvms.com

5. Begeleid inoefenen

Intensief --> Niemand.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig opdracht 14 en 15 op blz 174

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdracht na.

Daarna ga je in stilte lezen of aan je boekverslag werken. 

1. Lesopening

LJ2: Pak je boek van Nederlands en open deze op blz 171

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les:

- Kun je de werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, lidwoorden en voorzetsels in een zin benoemen

- kun je aangeven wanneer een woord een persoonlijk voornaamwoord is

Leergebiedoverstijgende doelen:

Denkvermogen:

- Realiseer een oplossing volgens plan

- Formuleer criteria voor de oplossing

Samenwerkend leren:

- Pas je gedrag aan na terechte kritiek van een medeleerling

- Kan het groepsbelang voor het eigen belang zetten

3. Arrangementen + Mini-check

Verdiept (een 8 of hoger): Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check.

Wat zijn de persoonlijke voornaamwoorden in de volgende zin:
Ik heb hun mijn emailadres gegeven.

1. Ik, mijn
2. heb gegeven
3. Hun, mijn
4. Ik, hun

persoonlijk voornaamwoord

Zij

geeft

de

kaarten

aan

ons.

Hebt

u

ons

gezien

tijdens

dat

feestje

van

hem.

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 7 t/m 9 op blz 171 t/m 173.

De rest doet mee met de instructie. 

voornaamwoorden

Voornaamwoorden zijn woorden die verwijzen naar personen, dieren of zaken.

In dit blok leren we over:

    - persoonlijke voornaamwoorden

  - bezittelijke voornaamwoorden

theorie  (met uitleg)  

Op blz. 171 - 172 vind je de theorie over het persoonlijk voornaamwoord.

Lees mee!

5. Begeleid inoefenen

Intensief --> Joey C

Wij maken samen opdracht 9.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig opdracht 7 t/m 9 op blz 171 t/m 173

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na

Daarna ga je in stilte lezen of aan je boekverslag werken. 

7. Evaluatie LJ1

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- weet je hoe je het onderwerp in een zin kan vinden?

                       

7. Evaluatie LJ2

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- Kun je de werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, lidwoorden en voorzetsels in een zin benoemen?

- kun je aangeven wanneer een woord een persoonlijk voornaamwoord is?

                    

Huiswerk

Huiswerk LJ1:                                           Huiswerk LJ2:             

Woensdag 9 februari                            Woensdag 9 februari

4.5 opdracht 14 en 15                           4.6 + 4.7 opdracht 7 t/m 9