DHA2A H10 Ferien de modale werkwoorden herhaling

Modalverben
Je weet de betekenis van de werkwoorden können, dürfen, müssen, wissen, sollen, wollen en mögen.
Je kunt de werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Modalverben
Je weet de betekenis van de werkwoorden können, dürfen, müssen, wissen, sollen, wollen en mögen.
Je kunt de werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 1 - Slide

Modalverben plus wissen

Slide 2 - Slide

Modalverben
Hulpwerkwoorden die extra betekenis geven aan hoofdwerkwoord

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat is het Modalverb in deze zin?
"Zij mogen geen snoep eten."

Slide 5 - Open question

Wat is het Modalverb in deze zin?
"Wij kunnen morgen niet naar school."

Slide 6 - Open question

Sollen= moeten ( een wil  van een ander)
Wollen= willen (heel sterk)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Uitleg betekenis
Sollen= moeten ( een wil  van een ander)
Wollen= willen (heel sterk)
Mögen= leuk vinden, houden van, lusten, aardig vinden
Können= kunnen
Dürfen= mogen (toestemming hebben)
Müssen= moeten ( het kan niet anders, noodzaak)
Wissen = weten

Slide 9 - Slide

Lees de zinnen in het kader en beantwoord de vragen.
1. Vergelijk de enkel- en meervoudsvormen van de vetgedrukte werkwoorden. Wat valt je op?  2. Vergelijk de ich en de er/sie/es vorm, wat valt op.

Slide 10 - Slide

Wat zijn de verschillen?
1. ich  en  er/sie/es  hebben geen uitgang
2. in het enkelvoud staat een andere klinker dan in het meervoud (behalve sollen)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Das Verb wissen

Slide 13 - Slide

GOED ONTHOUDEN!
1.  Bij ich  en  er/sie/es : hebben deze werkwoorden 
     geen uitgang .
2. In het enkelvoud (ich - du - er/sie/es) verandert de  
     klinker in de stam (behalve bij sollen)
3. Bij wir en sie (meervoud) en Sie (u) heb je altijd de hele 
     werkwoordsvorm (natuurlijk alléén in de tegenwoordige tijd).

Slide 14 - Slide

Was haben wir heute gelernt?
Betekenis modale werkwoorden
Welke regels zijn er?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Tekst
Modale werkwoorden

Slide 18 - Mind map