Maandag 6 februari bron D deel 1

Bonjour tout le monde!
  • Jassen uit
  • telefoon in je tas
  • Chromebook en boek op tafel
  • Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour tout le monde!
  • Jassen uit
  • telefoon in je tas
  • Chromebook en boek op tafel
  • Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je weet wat de passé composé is.
Je weet hoe je de passé composé gebruikt.
Je weet dat deze tijd uit 2 werkwoorden bestaat.
Je kunt een regelmatig werkwoord in de passé composé vervoegen.

Slide 2 - Slide

Ik heb in klas 2 de passé composé al eens voorbij zien / horen komen.
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz

Le passé composé = 
de voltooid tegenwoordige tijd

Ik heb een broodje gegeten.
Wij zijn op vakantie geweest.

Slide 4 - Slide

Ken jij deze tijd ook in je moedertaal?
A
oui
B
non

Slide 5 - Quiz

Zo ja, hoe heet deze tijd in jouw moedertaal?

Slide 6 - Mind map

zinnen in de v.t.t.

Slide 7 - Mind map

hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
hulpwerkwoord = de persoonsvorm

voltooid deelwoord = zelfstandig werkwoord (het ww. dat de handeling weergeeft)

Slide 8 - Slide

hulpwerkwoorden

avoir

+

être
voltooid deelwoord

danser = dansé

vendre = vendu

finir = fini

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Tu (danser) à la fête hier soir?

Slide 11 - Open question

Nous (grandir) cette année.

Slide 12 - Open question

Onregelmatige werkwoorden
hebben = avoir 
zijn = être
maken/doen = faire
nemen = prendre

Slide 13 - Slide

ik heb gehad

ik ben geweest

ik heb gemaakt / gedaan

ik heb genomen
j'ai eu

j'ai été

j'ai fait

j'ai pris

Slide 14 - Slide

Leerdoel
Je weet wat de passé composé is.
Je weet hoe je de passé composé gebruikt.
Je weet dat deze tijd uit 2 werkwoorden bestaat.
Je kunt een regelmatig werkwoord in de passé composé vervoegen.

Slide 15 - Slide

ex. 15a,b,c,d
zie de PLANNING van week 6

Slide 16 - Slide

Hoe noemen wij de passé composé in het Nederlands?

Slide 17 - Open question

Het gezegde bestaat uit 2 werkwoorden. Hoe noem je deze werkwoorden?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide