Zinnen maken

1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Zinnen maken
Maak een Engelse zin met het woord: present

Wie - doet - wat - hoe - waar - wanneer
Lisa is opening her presents on her birthday

Slide 2 - Slide

Make a sentence with the word: together

Slide 3 - Open question

Nederlandse zin maken - vertalen
Maak een Engelse zin met het woord: dangerous

Wie - doet - wat - hoe - waar - wannee
De leeuwen in Afrika zijn heel gevaarlijk
-
The lions in Africa are very dangerous.

Slide 4 - Slide

Make a sentence with the word: beautiful

Slide 5 - Open question

Klopt mijn grammatica?
Maak een Engelse zin met het woord:  to bite

Wie - doet - wat - hoe - waar - wanneer
De hond bijt altijd in zijn speeltjes. 
The dog to bite always in his toys

Slide 6 - Slide

Klopt mijn grammatica?
Maak een Engelse zin met het woord:  to bite

Wie - doet - wat - hoe - waar - wanneer
De hond bijt altijd in zijn speeltjes. 
The dog bite always in his toys
The dog = it dus -> bites

Slide 7 - Slide

Klopt mijn grammatica?
Maak een Engelse zin met het woord:  to bite

Wie - doet - wat - hoe - waar - wanneer
De hond bijt altijd in zijn speeltjes. 
The dog bites always in his toys
-> always moet voor het werkwoord

Slide 8 - Slide

Klopt mijn grammatica?
Maak een Engelse zin met het woord:  to bite

Wie - doet - wat - hoe - waar - wanneer
De hond bijt altijd in zijn speeltjes. 
The dog always bites in his toys.

Slide 9 - Slide

Make a sentence with the word: friendly

Slide 10 - Open question

Als je nou twijfelt?
Wat kan je doen met woorden waarover je twijfelt?

Slide 11 - Slide

Als je nou twijfelt?
Wat kan je doen met woorden waarover je twijfelt?

VERWIJDER HET WOORD

Slide 12 - Slide

Als je nou twijfelt?
Wat kan je doen met woorden waarover je twijfelt?

VERWIJDER HET WOORD

OF

Verander je woord of zin

Slide 13 - Slide

Make a sentence with the word:
to watch

Slide 14 - Open question

Make a sentence with the word:
to get off

Slide 15 - Open question

Volgende les PW
Hoofdstuk 3  
De woordjes lesson 4 & 5
Grammatica present simple & question tags

Slide 16 - Slide