Wij hebben in de vorige slide de vier basis variabelen omschreven. Het is slim van te voren aan te geven wat voor een waarde je er in gaat stoppen. Je hoeft dit niet te doen van powershell, maar voor jezelf en de duidelijkheid van een script is het van te voren aangeven van welk type een variabele is, een slimme manier van werken. Declareer daarom altijd je variabele op de volgende manier als je ze voor het eerst maakt.
Type Gebruik Omschrijving
_____________________________________________________________________________
[int] [int]myIngeger = 1 Integer (geheel getal)
[string] [string]myText = "Hoi" Tekst.
[bool] [bool]myBool = $true Boolean (waar/onwaar)
[decimal] [decimal]myDecimal = 3.14 Decimaal getal (zoals 3.14), in 128 bit
[double] [double]myDouble = 3.14 Decimaal getal (zoals 3.14), in 64 bit
[float] [float]myFloat = 3.14 Decimaal getal (zoals 3.14), in 32 bit
Je ziet hierboven dat getallen achter de komma drie verschillende types heeft. Dat heeft te maken met het geheugengebruik van de computer. Het type [decimal] heeft meer geheugen nodig dan een [float]. Zorg ervoor dat je altijd het juiste type gebruikt voor de waarde die je in jouw variabele stopt. Wij zullen daarom type float het meest gebruiken voor decimalen getallen.