Een hoofdzin wordt met een bijzin verbonden
De docent zegt dat ze morgen alle toetsen nakijkt.
'De docent zegt' = hoofdzin + 'dat ze ... toetsen nakijkt' = bijzin
Onderschikkende voegwoorden: aangezien, als, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, omdat, opdat, terwijl, toen, zodat, enz.