Redigeren deel 2

Redigeren
1 / 20
next
Slide 1: Mind map
Zakelijke communicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Redigeren

Slide 1 - Mind map

Redigeren is een HIT
Huisstijl
Inhoud
Taal

Slide 2 - Slide

Haalt spellingscontrole alle fouten uit de tekst? Zo nee, welke fouten niet?

Slide 3 - Open question

Word spellingcontrole
Ik heb een spelling 's jekker
In die p c fan mei
Die vraag ik steeds te kei ken
Offer ook vouw ten sein

Slide 4 - Slide

Voorzetsels

In het Nederlands zijn er veel combinaties van werkwoorden die in een bepaalde betekenis steeds met een vast voorzetsel gebruikt worden.

Een voorzetsel is een woord dat je voor de woorden, zoals ‘de kast’ kunt zetten.

In de kast
Voor de kast
Door de kast
Onder de kast 




Slide 5 - Slide

Ken je er nog meer?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Link

timer
5:00

Slide 8 - Slide

Stijlfouten
  • Pleonasme
  • Tautologie 
  • Contaminatie 

Naast dit plaatje links.. zijn er nog veel meer stijlfouten.

Slide 9 - Slide

2

Slide 10 - Video

00:42
Noem nog een voorbeeld van een pleonasme

Slide 11 - Open question

01:02
Noem nog een voorbeeld van een tautologie

Slide 12 - Open question

Contaminatie
Bij een contaminatie gaat het helemaal mis. Daar worden twee woorden, uitdrukkingen of zinnetjes door elkaar gehusseld. Je moet vaak meer aanpassen in de zin om de stijlfout op te lossen.

Slide 13 - Slide

Bijvoorbeeld..
Die nieuwe folders kosten hartstikke duur. 

Wat gaat hier mis?

Slide 14 - Slide

Die folders zijn harstikke duur.
Die folders kosten hartstikke veel.

Slide 15 - Slide

timer
15:00

Slide 16 - Slide

Samenstellingen
In het Nederlands schrijf je samenstellingen van woorden aan elkaar. Behalve als het een bijvoeglijk naamwoord betreft. Vaak is er een betekenisverschil als je een woord aan elkaar schrijft of los van elkaar.

Slide 17 - Slide

Wat is het verschil?
lange afstandsloper
langeafstandsloper

Slide 18 - Slide

Sommige woorden horen wel bij elkaar, maar mogen toch niet aan elkaar. Die krijgen dan een verbindingsstreepje of koppelteken. Ook woorden met klinkerbotsing krijgen een koppelteken om het uitspraakprobleem op te lossen. 

Slide 19 - Slide

timer
10:00

Slide 20 - Slide