Virtualisatie: De sleutel tot efficiëntie in ICT

Virtualisatie: De sleutel tot efficiëntie in ICT

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de verschillende soorten virtualisatie identificeren en begrijpen hoe ze in de praktijk worden toegepast.

Wat weet je al over verschillende soorten virtualisatie en het gebruik ervan in de praktijk?

Wat is virtualisatie?

Virtualisatie is het creëren van virtuele versies van computerbronnen, zoals servers, opslag en netwerken.

Soorten virtualisatie

Er zijn verschillende soorten virtualisatie, waaronder servervirtualisatie, desktopvirtualisatie, netwerkvirtualisatie en opslagvirtualisatie.

Servervirtualisatie

Bij servervirtualisatie wordt één fysieke server opgesplitst in meerdere virtuele servers, waardoor efficiënter gebruik van de hardware mogelijk is.

Desktopvirtualisatie

Bij desktopvirtualisatie worden virtuele desktopomgevingen gecreëerd die toegankelijk zijn vanaf verschillende apparaten.

Netwerkvirtualisatie

Bij netwerkvirtualisatie wordt het fysieke netwerk opgedeeld in meerdere virtuele netwerken, waardoor flexibiliteit en beheersbaarheid wordt vergroot.

Opslagvirtualisatie

Bij opslagvirtualisatie wordt de opslagruimte van verschillende fysieke opslagapparaten samengevoegd tot één virtuele opslagpool.

Praktisch gebruik van virtualisatie

Virtualisatie wordt veel gebruikt in datacenters, cloud computing en softwareontwikkeling om kosten te besparen, efficiëntie te verhogen en schaalbaarheid te bieden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.