4.8 Engelse ww + bijv nw.

Welkom bij deze les
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Welkom bij deze les

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
Theorie: spelling H4.8
 - Engelse werkwoorden
- Bijvoeglijke naamwoorden als voltooid deelwoord

Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Noem een Engels werkwoord die we in Nederland veel gebruiken. Bijv. gamen (kies een ander)

Slide 3 - Open question

Engelse werkwoorden
Je schrijft ze in het Engels

Je hanteert de Nederlandse regels
Dus ook: 't x-kofschip

Focussen > focus > gefocust
Gamen > gam > gegamed

Slide 4 - Slide

De DJ heeft een nieuwe plaat (releasen)
A
gereleaset
B
gereleased

Slide 5 - Quiz

De DJ heeft de nieuwe plaat op (uploaden) op Youtube.
A
geüploat
B
geüpload

Slide 6 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld:

de rode schoen, het lange haar, een groot raam.

Kan ook een stof zijn:
De ring is van goud. De gouden ring.
De tas is van plastic. Het is een plastic tas.

Slide 7 - Slide

Zet een bijvoeglijk naamwoord op de puntjes.

De ... man.

Slide 8 - Open question

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in deze zin?

De man draagt de zilveren ring en heeft een nylon shirt aan.
A
man, ring
B
zilveren, heeft
C
zilveren, nylon
D
nylon, shirt

Slide 9 - Quiz

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Die schrijf je zo kort mogelijk, maar wel leesbaar!

De man werd gered.  De geredde man. (dus niet gerede).

De weg is verbreed. De verbrede weg.
Het eten is aangebrand. Het aangebrande eten. 
Hij heeft de voorsprong vergroot. De vergrote voorsprong. 

Slide 10 - Slide

Is het hoofdletterwoord een VD of BV?

De dames zijn naar huis GELOPEN.
A
Voltooid deelwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Quiz

Is het hoofdletterwoord een VD of BV?

De VERDRONKEN man werd dood aangetroffen.
A
Voltooid deelwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Quiz

Maak van H4.8
De opdrachten 1 tot en met 8
Werkwoordspelling (Engels) en de bijvoeglijke naamwoorden

Slide 13 - Slide