What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3K1 H4 Taalverzorging les 1 : hh woordsoorten + vd als bijv. nw
Mededeling: 17 maart toets L
H4
Samen de LessonUp, hh woordsoorten + vd als bijv nw
Aantekeningen maken nieuwe stof, aanvullen
Zelfstandig aan de slag: 1 en 2 in je boek
Doel: woordsoorten herkennen en toepassen
Voltooid deelwoord als bijvoegelijk naamwoord correct kunnen spellen
Bladzijde 108
Klaar? Nakijken, analyseren en boek lezen
Verlengde instructie:
Verdieping:
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Mededeling: 17 maart toets L
H4
Samen de LessonUp, hh woordsoorten + vd als bijv nw
Aantekeningen maken nieuwe stof, aanvullen
Zelfstandig aan de slag: 1 en 2 in je boek
Doel: woordsoorten herkennen en toepassen
Voltooid deelwoord als bijvoegelijk naamwoord correct kunnen spellen
Bladzijde 108
Klaar? Nakijken, analyseren en boek lezen
Verlengde instructie:
Verdieping:
Slide 1 - Slide
Woordsoorten + voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Slide 2 - Slide
werkwoorden
Slide 3 - Mind map
Werkwoord
Zegt wat iets of iemand doet of overkomt
In een zin staat ten minste een werkwoord
praten, lachen, werken, worden
Slide 4 - Slide
Lidwoorden
Hoort bij een zelfstandig naamwoord
De
Het
Een
Slide 5 - Slide
Zelfstandig naamwoord
Woord voor mens, dier, plant of ding
Kun je een lidwoord voor zetten
Een naam is ook een zelfstandig naamwoord
auto, stoel, kopje, sneeuw, virus
Slide 6 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Vertelt iets over een zelfstandig naamwoord
Kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan
De
blauwe
trui is
kapot
.
De trui is
blauw
Slide 7 - Slide
Voorzetsel
Een kort woord dat vaak een tijd of plaats aangeeft
Slide 8 - Slide
Het woord "een" noemen we een....
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 9 - Quiz
welk woordsoort is 'zwemmen'?
A
werkwoord
B
zwemwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 10 - Quiz
welk woordsoort is 'fiets'
A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 11 - Quiz
Hoe noem je de volgende woordsoorten?
in, op, onder, door
A
lidwoorden
B
voorzetsels
C
telwoorden
D
aanwijzende voornaamwoorden
Slide 12 - Quiz
Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
gewonnen is ..
A
vz
B
zn
C
ww
D
lw
Slide 13 - Quiz
Elwin had de weddenschap gewonnen.
De =
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Werkwoord
Slide 14 - Quiz
Mijn nieuwe fiets zet ik altijd in het fietsenhok.
Fietsenhok =
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Werkwoord
Slide 15 - Quiz
Heb jij nieuwe blaadjes in de printer in de werkkamer gedaan?
Nieuwe =
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Werkwoord
Slide 16 - Quiz
De zon schijnt heerlijk in Barcelona.
Welk woord is het werkwoord?
A
Heerlijk
B
schijnt
C
Barcelona
D
Zon
Slide 17 - Quiz
Tim is een hele leuke jongen.
Is =
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Werkwoord
Slide 18 - Quiz
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Slide 19 - Slide
Even herhalen: voltooid deelwoord
Spelen: Hij heeft in de sneeuw ....
maken: Hij heeft van de sneeuw een sneeuwpop ...
Slide 20 - Slide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Je kunt ook een
voltooid deelwoord
als
bijvoeglijk naamwoord
gebruiken.
Het eten is
aangebrand
. --> Het
aangebrande
eten.
Het kind is
gered
. --> Het
geredde
kind.
Je schrijft het
voltooid deelwoord
als bijvoeglijk naamwoord
zo kort mogelijk.
De weg is
verbreed
. --> De
verbrede
weg.
Die sokken zijn
gekrompen
. --> De
gekrompen
sokken.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
De soep is gekruid.
De _____ soep.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 23 - Open question
De kerktoren is verlicht.
De _____ kerktoren.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 24 - Open question
De vogel is opgezet.
De _____ vogel.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 25 - Open question
Maak een zin waarin je een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt.
Slide 26 - Open question
Mededeling: 17 maart toets L
H4
Samen de LessonUp, hh woordsoorten + vd als bijv nw
Aantekeningen maken nieuwe stof, aanvullen
Zelfstandig aan de slag: 1 en 2 in je boek
Doel: woordsoorten herkennen en toepassen
Voltooid deelwoord als bijvoegelijk naamwoord correct kunnen spellen
Bladzijde 108
Klaar? Nakijken, analyseren en boek lezen
Verlengde instructie:
Verdieping:
Slide 27 - Slide
More lessons like this
LJ3 TV H4 woordsoorten en vd als bn
June 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Klas 3K, H4 Spelling vd als bijv. nmw
January 2021
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Tegenwoordig en voltooid deelwoord
December 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
M1 l4 Bijvoeglijke naamwoorden
August 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling en grammatica 4.4 - 3 kader
March 2019
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Week 15 Ne 3B2/3K2 H4 Gram+spel
April 2020
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woordsoorten
April 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
VD als BN
May 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3