What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
V3 Grammatica 3 zinsdelen
Welkom V3T!
Grammatica 3
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom V3T!
Grammatica 3
Slide 1 - Slide
Programma
10 minuten lezen
Wat is er blijven hangen van grammatica 1?
Grammatica 3
Afsluiting en vooruitblik
Slide 2 - Slide
10 minuten lezen
Slide 3 - Slide
Wat is de structuur van het Nederlands?
A
pv - ond - andere zinsdelen
B
andere zinsdelen - ond - pv
C
andere zinsdelen - pv - ond -
D
ond - pv - andere zinsdelen
Slide 4 - Quiz
Welke overeenkomsten zijn er tussen de Romaanse talen?
A
bnw staan vaak achter het znw
B
de pv en het ond zijn vaak samen gepakt
C
de zinnen zijn lang
D
het ond is vaak niet duidelijk in de zin
Slide 5 - Quiz
Welke overeenkomsten zijn er tussen de Germaanse talen?
A
bnw staan vaak voor het znw
B
de pv en het ond zijn vaak samen gepakt
C
je kunt hele lange zinnen maken door telkens zinsdelen toe te voegen
D
het ond is vaak niet duidelijk in de zin
Slide 6 - Quiz
Waarom is woordjes stampen niet hetzelfde als een taal leren?
Slide 7 - Mind map
Grammatica 3
Doel
: Je leert hoe je verschillende zinsdelen herkent in een zin.
Slide 8 - Slide
Wat is taalkundig ontleden?
A
Je kijkt naar de soort woorden
B
Je kijkt naar de functie van woorden
Slide 9 - Quiz
Wat is redekundig ontleden?
A
Je kijkt naar de soort woorden
B
Je kijkt naar de functie van woorden
Slide 10 - Quiz
Wat hoort bij redekundig ontleden?
A
zelfstandig naamwoord
B
onderwerp
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 11 - Quiz
Welke zinsdelen heb je geleerd op de basisschool, in klas 1 en 2?
Slide 12 - Mind map
Alle zinsdelen op een rijtje
Persoonsvorm (pv)
Onderwerp (ond)
Werkwoordelijk gezegde (wwg)
Naamwoordelijk gezegde (nwg: nd & wd)
Lijdend voorwerp (lv)
Meewerkend voorwerp (mv)
Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Slide 13 - Slide
Wat is de juiste volgorde van ontleden?
A
pv gez ond andere zinsdelen
B
ond pv gez andere zinsdelen
C
gez pv andere zinsdelen ond
D
gez pv ond andere zinsdelen
Slide 14 - Quiz
Verdeel de zin in zinsdelen.
Welke zin is goed?
A
De / meisjes / liepen / gisteren/ over straat.
B
De meisjes / liepen / gisteren /over straat.
C
De meisjes / liepen / gisteren / over / straat.
D
De meisjes liepen / gisteren over straat.
Slide 15 - Quiz
Verdeel de zin in zinsdelen.
Welke zin is goed?
A
Onze kat / is helaas / deze zomer / overleden / aan ouderdom.
B
Onze kat / is / helaas / deze zomer / overleden aan ouderdom.
C
Onze kat / is / helaas / deze zomer / overleden / aan ouderdom.
D
Onze kat is / helaas / deze zomer / overleden / aan ouderdom.
Slide 16 - Quiz
Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
Achmed wil graag een zoen geven aan Amira.
A
3
B
5
C
4
D
6
Slide 17 - Quiz
Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
De fiets van mijn broer stond in de schuur van mijn ouders.
A
2
B
4
C
3
D
5
Slide 18 - Quiz
Hoeveel zinsdelen heeft de basiszin van 'versturen'?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 19 - Quiz
Hoeveel zinsdelen heeft de basiszin van 'paardrijden'?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 20 - Quiz
Je kunt met die app gemakkelijk 1 gigabyte ruimte vrijmaken in het geheugen van je smartphone.
Wat is 'met die app' voor zinsdeel?
A
onderwerp
B
bijwoordelijke bepaling
C
bijvoeglijke bepaling
D
lijdend voorwerp
Slide 21 - Quiz
Ik heb een hekel aan zinnen ontleden.
Wat is 'heb ontleden' voor zinsdeel?
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 22 - Quiz
Valentijn kan goed ontleden.
Wat is 'kan ontleden' voor zinsdeel?
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 23 - Quiz
Ik weet dat niet.
Wat is 'dat' voor zinsdeel?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 24 - Quiz
Er wordt je regelmatig een vraag ter bevestiging gesteld.
Wat is 'je' voor zinsdeel?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 25 - Quiz
Ze zeggen weinig onder het eten.
Wat is 'onder het eten' voor zinsdeel?
A
meewerkend voorwerp
B
naamwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 26 - Quiz
De hond lag toen in de tuin te slapen.
Wat is 'toen' voor zinsdeel?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 27 - Quiz
Ontleed onderstaande zin.
Die persoon moet veel fantasie hebben.
A
pv ond lv wwg
B
ond pv mv wwg
C
ond pv lv wwg
D
ond wwg lv pv
Slide 28 - Quiz
Ontleed onderstaande zin.
Ik hoop het.
A
pv ond lv
B
ond pv mv
C
ond pv lv
D
ond wwg lv
Slide 29 - Quiz
Alle zinsdeelstukken op een rijtje
Bijvoeglijke bepaling (bvb)
Bijstelling
Hebben jullie het vorig jaar al gehad over zinsdeelstukken?
Slide 30 - Slide
Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: ?
Huiswerk
: -
Meenemen
: LAPTOP, nieuw leesboek (denk aan de eisen), schrift, pen en boek
Programma
: grammatica 3
Vrijdag 1 november 23.59 uur inleveren boekopdracht via SOM.
Slide 31 - Slide
More lessons like this
V3 Grammatica 3 zinsdelen en zinsdeelstukken
October 2022
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
V3 Grammatica 3 zinsdelen deel 1
22 hours ago
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
V3 Grammatica 3 zinsdelen
22 hours ago
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
V3 Grammatica 3 zinsdelen
22 hours ago
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
V3 Grammatica 3 zinsdelen
September 2024
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
V3 Grammatica 3 zinsdelen deel 1
November 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
V3 Grammatica 3 zinsdeelstukken
November 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
M/H/V3 Grammatica: zinsdelen
November 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3