Les 1: werkwoordspelling drie werkwoordsvormen V1 22'

WERKWOORDSPELLING
LES 1: drie werkwoordsvormen herkennen
Nederlands
 
 VWO 1 P1 2022-2023
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WERKWOORDSPELLING
LES 1: drie werkwoordsvormen herkennen
Nederlands
 
 VWO 1 P1 2022-2023

Slide 1 - Slide

Programma vandaag

  • 10 minuten stillezen in Wonder
  • Werkwoordsvormen herkennen: PV, VD, INF
  • Aan de slag!
  • Werkwoordspelling: oefenen met PV TT en PV VT.
  • Einde les: E-toets Sprookje en spelling bespreken.


timer
10:00

Slide 2 - Slide

Deze les ga je...
...leren om de persoonsvorm, het infinitief en het voltooid deelwoord te herkennen.
...oefenen met de regels voor de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd.

Slide 3 - Slide

Hoe ziet de eindtoets eruit?
De toets telt 3x mee (zie SomToday). Eerst deze toets en week daarna de boekentoets.
- Ook: D-toets maken + D-toets bespreken.

Bestaat uit de onderdelen:
1. Onderwerp + persoonsvorm TT
2. Onderwerp + persoonsvorm VT
3. Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord - VD BN
4. Voltooide en onvoltooide deelwoorden - VD en OD
5. Combinatieoefening (alle tijden, alle vormen ww)

Slide 4 - Slide

Weet je het nog?
3 werkwoordsvormen




  • 1. Persoonsvorm (tt of vt)
  • 2. Infinitief (hele werkwoord)
  • 3. Voltooid deelwoord

Slide 5 - Slide

Theorie

Slide 6 - Slide

1. De persoonsvorm
Persoonsvorm (pv) - het enige werkwoord dat van tijd en getal kan veranderen. Als er maar één werkwoord in de zin zit, is dat altijd de persoonsvorm.

Heb jij je huiswerk af?
Heb jij je huiswerk gemaakt?
Ik geef hem een cadeau.
Ik heb hem een cadeau gegeven.



Slide 7 - Slide

1. De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
ik-vorm (+ t)
infinitief (wij-vorm)

"lopen" als trucje invullen.

Ik loop - hij loopt
Ik word - hij wordt
Ik beantwoord - hij beantwoordt


Slide 8 - Slide

1. Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
Let op!
Als het onderwerp jij of je achter de persoonsvorm staat, schrijf je geen -t. Je schrijft alleen de ik-vorm.
Bijvoorbeeld:
Jij wordt (ik-vorm + t) weleens gezien in die winkel.
Word (let op geen t) jij weleens gezien in die winkel?
MAAR WEL:
Wordt je broer vandaag opgepakt?
  • Je broer = een 'hij' een derde persoon ev en geen 'jij'!

Slide 9 - Slide

1. De persoonsvorm in de verleden tijd
ik-vorm + te(n)
ik-vorm + de(n)

Gisteren rustte ik uit van een voetbaltraining. (ik-vorm + te)
Gisteren beantwoordde ik mijn mail. (ik-vorm + de)




Slide 10 - Slide

Hoe kun je een voltooid
deelwoord herkennen?

Slide 11 - Mind map

2. Het voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord staat altijd samen in de zin met een vorm van hebben, zijn of worden (de persoonsvorm).

Het gebeurt vandaag.   (gebeurt = persoonsvorm)
Het is vandaag gebeurd. (gebeurd = voltooid deelwoord)

Ik beantwoord de mail.    (beantwoord = persoonsvorm)
Ik heb de mail beantwoord.   (beantwoord = voltooid deelwoord)

Ik vertel een verhaal.   (vertel = persoonsvorm)
Ik heb een verhaal verteld.    (verteld = voltooid deelwoord)

Slide 12 - Slide

Hoe kun je erachter komen
hoe je een voltooid deelwoord (van een zwak werkwoord) moet schrijven?

Slide 13 - Mind map

2. Het voltooid deelwoord

Hoe weet je of het voltooid deelwoord op een -d of een -t eindigt?
  1. Maak het woord langer in de verleden tijd
  2. Gebruikt 'T eX KoFSCHiP of 'T SeXY FoKSCHaaP

De plannen zijn gewijzig...   1. Gisteren wijzigde ik de plannen   2. stam = wijziG  ---> gewijzigD       
Zijn nummer is geblok...       1. Gisteren blokte ik zijn nummer     2. stam - blokK    ----> geblokT

Slide 14 - Slide

2. (Herhaling)
Voltooid deelwoord (vdw) - Komt nooit alleen, staat altijd samen in de zin met een vorm van hebben, zijn of worden (de persoonsvorm).

Hoe weet je of het voltooid deelwoord op een -d of een -t eindigt?
  •     Maak het woord langer in de vertelden tijd
  •     Gebruikt 'T eX KoFSCHiP

Slide 15 - Slide

3. Infinitief
Infinitief (inf) - hele werkwoord. Komt nooit alleen, er staat altijd een persoonsvorm bij.

Verandert niet mee in tijd!

Wij lopen naar school.              lopen = pv
Wij gaan naar school lopen.  lopen = inf, gaan = pv

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
  • Ga naar LessonUp en log in bij Les 1 Werkwoordspelling de drie werkwoordsvormen.
  • Maak slides 17 t/m 34.

Slide 17 - Slide

Tom (ontleden) vandaag die vijf moeilijke zinnen.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 18 - Quiz

Tom (ontleden) vandaag die vijf moeilijke zinnen.

Slide 19 - Open question

Er (kleven, vt) nogal wat nadelen aan Huibs plan.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 20 - Quiz

Er (kleven, vt) nogal wat nadelen aan Huibs plan.

Slide 21 - Open question

Is je broer al naar zijn studentenkamer in Amsterdam (verhuizen)?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 22 - Quiz

Is je broer al naar zijn studentenkamer in Amsterdam (verhuizen)?

Slide 23 - Open question

De leerlingen mochten aan het einde van de les hun spullen (inpakken).
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 24 - Quiz

De leerlingen mochten aan het einde van de les hun spullen (inpakken).

Slide 25 - Open question

De pizza was helemaal (verbranden).
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 26 - Quiz

De pizza was helemaal (verbranden).

Slide 27 - Open question

(worden) jij ook zo moe van werkwoordspelling?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 28 - Quiz

(worden) jij ook zo moe van werkwoordspelling?

Slide 29 - Open question

De bank (worden) eindelijk vervangen door een hippe hoekbank.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 30 - Quiz

De bank (worden) eindelijk vervangen door een hippe hoekbank.

Slide 31 - Open question

De slagers (braden) gisteren het vlees tijdens de buurtbarbecue.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 32 - Quiz

De slagers (braden) gisteren het vlees tijdens de buurtbarbecue.

Slide 33 - Open question

Het hele weekend heb ik naar de muziek van Billie Eilish (luisteren).
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 34 - Quiz

Het hele weekend heb ik naar de muziek van Billie Eilish (luisteren).

Slide 35 - Open question

Tot slot:

Toets Sprookje & spelling bespreken -

Slide 36 - Slide

Einde van deze les

Slide 37 - Slide