2D BEELDEND LES 2: Patroon Portret
1 / 18
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Niveau: Gemiddeld
Duur: 45 minuten
Doelgroep: Voortgezet Onderwijs - Leerjaar 3 & 4
Slide 2 - Slide
Leg de opdracht uit aan de hand van de verschillende stappen.
Slide 3 - Slide
In de les ‘Patroon portret’ gaan de leerlingen een cartooneske, geïllustreerde versie maken van hun eigen portret. Hierbij nemen de leerlingen een bestaande foto als basis en knippen ze een deel van dit portret weg. De lege ruimte die ontstaat vullen ze op met patronen en illustraties waardoor een cartoonesk portret ontstaat.
Slide 4 - Slide
Bespreek de verschillen tussen deze portretten. Hoe verschillen de gezichtsuitdrukkingen en welke indruk maken deze personen op de leerlingen?
Slide 5 - Slide
Bekijk deze patronen en leg uit dat je een patroon vaak opbouwt door een klein element steeds te herhalen. Bijvoorbeeld door stippen te herhalen, streepjes te herhalen of dezelfde golvende lijn te herhalen. Loop daarna alle stappen van de opdracht samen met de leerlingen door.
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Slide 8 - Slide
Laat de leerlingen met grijs potlood de ruimte die leeg is in vlakken verdelen. Deze vlakken mogen ze vullen met verschillende patronen. Dit mogen ze doen met potlood of met stift. Stimuleer de leerlingen om de patronen te laten aansluiten bij de uitstraling van het verknipte portret. Lijkt het portret op een half ontploft hoofd? Dan is het passend om patronen met veel beweging erin te kiezen. Komt het patroon op de plek van het haar? Dan is een vlecht-achtig patroon misschien wel op zijn plek. Enthousiasmeer de leerlingen om zo veel mogelijk te variëren in patronen. De leerlingen mogen zelf kiezen of ze met kleur, zwart-wit of een beperkt kleurenpalet werken.
Slide 9 - Slide
Bekijk ook deze wat abstractere portretten en vraag aan de leerlingen hoe ze toch nog steeds kunnen zien dat het een portret is. Concludeer samen met de leerlingen dat de basiselementen in een gezicht (ogen, neus, mond) onmisbaar zijn in een portret, maar dat je in de plaatsing en textuur hiervan best kan variëren.
Slide 10 - Slide
Voorbeelden ter inspiratie.
Slide 11 - Slide
Laat de leerlingen met grijs potlood de ruimte die leeg is in vlakken verdelen. Deze vlakken mogen ze vullen met verschillende patronen. Dit mogen ze doen met potlood of met stift. Stimuleer de leerlingen om de patronen te laten aansluiten bij de uitstraling van het verknipte portret. Lijkt het portret op een half ontploft hoofd? Dan is het passend om patronen met veel beweging erin te kiezen. Komt het patroon op de plek van het haar? Dan is een vlecht-achtig patroon misschien wel op zijn plek. Enthousiasmeer de leerlingen om zo veel mogelijk te variëren in patronen. De leerlingen mogen zelf kiezen of ze met kleur, zwart-wit of een beperkt kleurenpalet werken.
Slide 12 - Slide
This item has no instructions
Slide 13 - Slide
This item has no instructions
Slide 14 - Slide
This item has no instructions
Slide 15 - Slide
This item has no instructions
Slide 16 - Slide
Voorbeelden ter inspiratie.
Slide 17 - Slide
Voorbeelden ter inspiratie.
Slide 18 - Slide
Sluit de les af door de gemaakte portretten naast elkaar te leggen of op te hangen. Bespreek samen met de leerlingen het gemaakte werk. Hoe was het voor de leerlingen om met hun eigen portret aan de slag te gaan? En waarom heeft een leerling bijvoorbeeld voor een bepaald patroon gekozen? Licht zowel voorbeelden uit van leerlingen die dicht bij het oorspronkelijke portret zijn gebleven als leerlingen die los zijn gegaan qua plaatsing van de gezichtselementen. Analyseer samen deze beelden.
