Thema 1: de Presens, Tegenwoordige Tijd (OTT)

Welkom !!!!
2 juni 2022
WZA-60
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom !!!!
2 juni 2022
WZA-60

Slide 1 - Slide

Van Start - Thema 1 - de Presens, Tegenwoordige Tijd (OTT)

Slide 2 - Slide

Les 2 - Thema 1
Kennismaken en begroeten
Grammatica: de tegenwoordige tijd (presens, OTT)
Onderwerp en persoonsvorm
Hebben en zijn
Zinsbouw: hoofdzinnen

Slide 3 - Slide

Programma van vanavond
Opening, praatje en herhalen van dinsdag [15 min]
Oefening 6 samen [10 min]
Oefening 8 in duo's [10 min]
Grammatica: Tegenwoordige tijd (nu) [15 min]
Individueel: oefenen [15 min]
Samen bespreken [10 min]
Pauze [15 min]




Slide 4 - Slide

Na de pauze
Werken in duo's: samen goede hoofdzinnen maken [20 min]
Extra uitleg [10 min]
Quiz: hebben we alles goed begrepen? [15 min]
Afronden en huiswerk [15 min]

Slide 5 - Slide

Vraagwoorden
Welk?
Wat?
Waar?
Hoe?

Slide 6 - Slide

Oefening 6 en 8
Oefening 6: luisteren en schema invullen
Oefening 8: vragen stellen en schema invullen (in duo's)

Slide 7 - Slide

Tegenwoordige tijd / presens

Slide 8 - Slide

De presens vormen we met de stam van het werkwoord


Slide 9 - Slide

Oefeningen
Syllabus Nt2 - Thema 1 oefeningen

Slide 10 - Slide

Woordvolgorde
*** Zie de muur ***

Wie&persoonsvorm - tijd/wanneer - wie of wat - plaats

Samen in duo's zinnen maken.

Slide 11 - Slide

Piet - een spannend boek - lezen
A
Piet lezen een spannend boek.
B
Piet leest een spannend boek.
C
Spannend boek leest Piet.
D
Piet leert een spannend boek.

Slide 12 - Quiz

Vandaag - Karel - binnen - zitten
A
Karel zitten vandaag binnen.
B
Karel zitten binnen vandaag.
C
Karel zit vandaag binnen.
D
Vandaag Karel zit binnen.

Slide 13 - Quiz

Leren - het examen - voor - Yuri
A
Yuri voor het examen leren.
B
Yuri leren voor het examen.
C
Yuri voor leert het examen.
D
Yuri leert voor het examen.

Slide 14 - Quiz

Aisha - kijken - televisie - 's morgens
A
's morgens Aisha kijkt televisie.
B
Aisha kijk 's morgens televisie.
C
Aisha kijkt 's morgens televisie.
D
Aisha kijken televisie 's morgens.

Slide 15 - Quiz

lopen - de hele nacht - Josef - buiten
A
Josef de hele nacht buiten lopen.
B
Josef loopt buiten de hele nacht.
C
Josef lopen buiten de hele nacht.
D
Josef loopt de hele nacht buiten.

Slide 16 - Quiz

Afronden
Terugkijken
Wat kan je nu? Wat heb je geleerd?
Het werkwoord wijzigt bij: ik, jij, hij/zij/u en wij/jullie/zij.
Ik heb de stam nodig om te "vervoegen".
Ik kan een hoofdzin maken met presens.
Ik weet wat de persoonsvorm is. 

Slide 17 - Slide

Huiswerk
Boek Van Start: 
Leren: taalhulp Kennismaken (pag. 15)
Grammatica: tegenwoordige tijd (pag. 17)
Oefening 9+10+11 (pag. 18+19)
Van Start Online:
Luisteropdrachten 1 - 5
Woorden 1-4 
Grammatica: 5 en 6




Slide 18 - Slide