CLASE 4V-LUNES 17-6-24

LUNES 17-6-24
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

LUNES 17-6-24

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

BEGINTAAK
werken
gaan
zijn
maken/doen
dood gaan
opgroeien
verkrijgen/ krijgen
hebben
zijn (tweede werkwoord)
wonen
leven
studeren
geboren
trouwen
veranderen in/worden
¿CÓMO SE DICE EN ESPAÑOL?
timer
3:00

Slide 3 - Slide

LEERDOELEN


Je kunt vertellen/schrijven over het leven van iemand.



SUCCESCRITERIA

Je maakt kennis met een andere verleden tijd: el pretérito indefinido.

Je kent de vervoeging van de 3de personsvorm P.Indefinido van de regelmatige werkwoorden.
Je kent de vervoeging van de 3de personsvorm van de onregelmatige werkwoorden: ser/nacer/morir/tener/ir/hacer/estar

Je kent de signaalwoorden van de P.Indefinido.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

TB PAG. 32  -LEEMOS EL TEXTO

Slide 6 - Slide

LEE EL TEXTO OTRA VEZ. EN ESTE TEXTO APRENDEMOS OTRO TIEMPO DEL PASADO. ¿RECONOCES LOS VERBOS?  MÁRCALOS EN CADA BIOGRAFÍA.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Indefinido
Regelmatig

Slide 9 - Slide

INDEFINIDO 
De indefinido wordt gebruikt voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden. Deze gebeurtenissen/acties zijn afgesloten en hebben voor de spreker geen verband met het heden. 

Ayer hablé con mi abuelo sobre las clases en línea. 
Gisteren praatte ik met mijn opa over de online lessen. 
Ik heb gisteren met mijn opa over de online lessen gesproken. 

Slide 10 - Slide

MARCADORES TEMPORALES

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

ser       ir        tener     estar   hacer

fui                      fui                  tuve                        estuve             hice

fuiste               fuiste            tuviste                  estuviste         hiciste

fue                    fue                 tuvo                        estuvo             hizo

fuimos            fuimos          tuvimos                estuvimos     hicimos

fuisteis           fuisteis         tuvisteis               estuvisteis     hicisteis

fueron             fueron          tuvieron                estuvieron     hicieron

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

LA PG. 137

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Vul de juiste vorm in:
En 1999___________(viajar, yo) a Italia.
La semana pasada___________(escribir, él) una carta.
Anoche___________(comer, nosotros) una pizza.
En agosto_______________(llegar, ellos) a España. 

Lincoln_______(ser) el presidente de los EEUU.
viajé
escribió
comimos
llegaron
Ayer___ (ir,yo) a Amsterdam
fui
fue

Slide 17 - Slide

VERVOEG DE VOLGENDE WERKWOORDEN IN DE INDEFINIDO 3de. psv enk.

CONVERTIRSE
NACER
MORIR
TRABAJAR
CRECER
VIVIR
TENER
IR
ESTAR
CASARSE
OBTENER
timer
5:00
TUSSENTAAK

Slide 18 - Slide

PRACTICAMOS
timer
10:00

Slide 19 - Slide

LEERDOELEN


Je kunt vertellen/schrijven over het leven van iemand.



SUCCESCRITERIA

Je maakt kennis met een andere verleden tijd: el pretérito indefinido.

Je kent de vervoeging van de 3de personsvorm P.Indefinido van de regelmatige werkwoorden.
Je kent de vervoeging van de 3de personsvorm van de onregelmatige werkwoorden: ser/nacer/morir/tener/ir/hacer/estar

Je kent de signaalwoorden van de P.Indefinido.

Slide 20 - Slide