4.2 Wat levert het op?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Wat levert het op?

Leerdoelen:

Je weet wat een ondernemer is.

Je kent de drie productiefactoren.

Je weet wat investeren is.

Je weet wat concurrenten zijn.

Je kunt de winst of het verlies berekenen.

Wat is volgens jou een ondernemer?

Productiefactoren

Natuur: grondstoffen

Arbeid: werk van mensen

Kapitaal: machines en fabrieken

Noem een grondstof voor en hamburger.

Noem een grondstof voor een fiets.

Investeren:

kopen van fabrieken en machines om beter of goedkoper dingen te kunnen maken.

Concurrenten:

bedrijven die het zelfde willen of maken.

Noem een concurrent van de Albert Heijn.

Winst:

Je hebt voor €150,- hamburgers verkocht.

Je hebt ze gekocht voor € 100,-

Je winst is €150,- - €100,- = €50,-

Verlies:

Je hebt voor €130,- milkshakes verkocht.
Je hebt ze gekocht voor € 140,-
Je verlies is €130,- - €140,- = -€10,-

Je hebt voor €723,- Quakies gekocht.
Je hebt ze verkocht voor € 1519,-
Hoe groot is je winst/verlies?

Je hebt voor €3014,- Snorken verkocht.
Je hebt ze gekocht voor € 3129,-
Hoe groot is je winst/verlies?

Je hebt voor €213,- Goelies verkocht.
Je hebt ze gekocht voor € 210,-
Hoe groot is je winst/verlies?

Failliet:

als een bedrijf heel lang verlies maakt gaat het failliet.

Maken:

Opdrachten §4.2 

+

Herhalingsopdrachten 7 t/m 13 blz 120 van je boek als extra voorbereiding op je toets

Wat is een ondernemer?

Noem de drie productiefactoren.

Wat zijn concurrenten?

Wanneer kan een bedrif failliet gaan?

Kom nu terug naar Teams!

Zorg dat je de opgaven thuis maakt, de antwoorden staan in Teams bij bestanden.