BAE06. De kolommenbalans (deel 1)

Goedemiddag allemaal!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BedrijfsadministratieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Goedemiddag allemaal!

Slide 1 - Slide

Kennis- en vaardigheidstoets H5
Neem je rekenmachine en een pen erbij. Verder niets.
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Cirkel is bijna rond...
Extra informatie
De cyclus loopt van boven naar beneden. 

beginbalans -> proefbalans -> saldibalans -> W&V -> eindbalans

Slide 3 - Slide

Na vandaag...
1. Kan je een saldibalans samenstellen nadat de proefbalans is opgesteld.
3. Kan je de kolommenbalans samenstellen.
4. Weet je uit welke onderdelen de kolommenbalans bestaat.


Slide 4 - Slide

Bij de beginbalans, het journaal en de proefbalans zijn de totaaltellingen van de debet- en creditzijde gelijk!
Proefbalans

Slide 5 - Slide

De saldibalans
Saldo betekent verschil. Saldi is meervoud en betekent verschillen. Met het begrip saldibalans bedoelen we de verschillen tussen de debetzijde en de creditzijde van elke afzonderlijke grootboekrekening.

Met behulp van de gegevens van de proefbalans kunnen we de saldibalans samenstellen. We moeten de debetbedragen en de creditbedragen van elkaar aftrekken.

Slide 6 - Slide

Extra informatie!
Bij de beginbalans, het journaal en de proefbalans zijn de totaaltellingen van de debet- en creditzijde gelijk! En dus ook de saldibalans.

Slide 7 - Slide

Eerst maak je de verlies- en winst rekening:

  • De saldi van de rubrieknummers 4, 8 en 9 worden overgenomen op de winst- en verliesrekening.
  • Kosten worden gedebiteerd
  • Opbrengsten worden gecrediteerd.
  • De debet- en creditzijde zijn in evenwicht!
Daarna maak je de eindbalans:

  • De saldi van de rubrieknummers 0, 1, 2 en 7 worden overgenomen op de eindbalans
  • Bezittingen worden gedebiteerd.
  • Schulden worden gecrediteerd.
  • Eigen vermogen bereken je als laatste en vul je dan pas in.
  • De debet- en creditzijde zijn in evenwicht!

Slide 8 - Slide

Saldo winst/ verlies

8.. Opbrengst verkopen
8.. Inkoopwaarde verkopen -
brutowinst
4.. Bedrijfskosten -
Saldo winst debet op de W/V rekening  óf
Saldo verlies credit op de W/V rekening 
Nieuwe eigen vermogen berekenen:
Bezittingen (denk aan 7.. Voorraad)
Schulden - 
Eigen vermogen

Eigen vermogen oud
Saldo winst +
Saldo verlies -
Prive saldo -
Prive saldo +
Eigen vermogen nieuw

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
Wat? Maak opgave R4 (Blz. 195 + 196)
Hoe? Je werkboek
Hulp? Brein, boek, buur, baas
Tijd? Tot de timer op 0 staat 
Uitkomst? Je hebt geoefend met leerstof.
Klaar? Dan lees je in het theorieboek § 6.1 t/m 6.3

timer
15:00

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Einde les
Maak routineopdrachten: 
R1, t/m R3 en R5
Maak de kennisopgaven 1 t/m 9



...en tot volgende week!

Slide 13 - Slide