Woensdag 9 december

Woensdag 9 december
Goedemorgen! Goed geslapen?

Een nieuwe LessonUp staat voor jullie klaar!
De docenten kunnen zien of je aan het werk bent en kunnen jouw antwoorden zien. 
Werk ook elke dag in Disk/InZicht en rekenen!

Succes!
Mevrouw Astrid, meneer Joost en mevrouw Femke

1 / 42
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Woensdag 9 december
Goedemorgen! Goed geslapen?

Een nieuwe LessonUp staat voor jullie klaar!
De docenten kunnen zien of je aan het werk bent en kunnen jouw antwoorden zien. 
Werk ook elke dag in Disk/InZicht en rekenen!

Succes!
Mevrouw Astrid, meneer Joost en mevrouw Femke

Slide 1 - Slide

Wat moet ik doen als ik een vraag heb?
Als je een vraag hebt over de lessen, kun je de docenten bellen of een bericht sturen.
Let op! De lesdag begint om 09.00 uur en duurt tot 12.30 uur. Alleen in deze tijd kun je de docenten vragen stellen!

Telefoonnummers
Mevrouw Astrid: 06-42474991
Meneer Joost: 06-13064823
Mevrouw Femke 06-12983683


Slide 2 - Slide

Belangrijke tips
* Maak de lessen serieus.
* Gebruik geen translate als je
   schrijfopdrachten/zinnen moet maken.
Vraag hulp van de docent als je het antwoord
   echt niet weet of een andere vraag hebt.
* Werk ook elke dag in Disk. Je kunt de
    docent vragen om een toets of een andere 
    kleur.
Werk je in In Zicht? Dan is de volgende dia
    belangrijk!

Slide 3 - Slide

Disk en In Zicht
Disk
Werk elke dag in bronnen en bouwstenen. 
Wil je een toets of een andere kleur? 
Stuur een bericht aan de docent.

In Zicht
Werk zelf door in het boek. 
Het boek kun je ook online 
bekijken.

Slide 4 - Slide

De chatfunctie
Weet je het nog? Ook vandaag kan je je vraag over de les stellen met de chatfunctie in LessonUp. Kijk naar de foto. Als je bent ingelogd, zie je in de hoek waar je kan chatten. Dit zijn de regels:
  • Deze chat is alleen voor vragen over de les;
  • Iedereen kan altijd jouw berichten zien;
  • Gebruik je de chat voor andere berichten,   dan kan de docent je uit de chat zetten... 

Slide 5 - Slide

Wat ga je doen vandaag?
09.00 - 09.15 uur LessonUp van dinsdag
bekijken. Wat hebben de docenten geschreven?
09.15 - 10.15 uur Werken in LessonUp
10.15 -  10.30 uur Pauze
10.30 - 11.15 uur  Werken in LessonUp
11.15 -   12.00 uur Werken in Disk of In Zicht
12.00 - 12.30 uur Rekenen in je rekenwerkboek (eerst nakijken)
Ben je klaar en wil je meer werk doen? Kijk op de laatste pagina van deze LessonUp!

Slide 6 - Slide

Woordenschat
We herhalen eerst de woordjes van de afgelopen week.

Daarna leer je nieuwe woorden.

Slide 7 - Slide

Sleep de woorden naar de foto's
de reflectoren
de fietsverlichting
kwaad
kabaal

Slide 8 - Drag question

Welke situatie is levensgevaarlijk?
A
Je eet brood met kaas.
B
Je loopt door het bos.
C
Je rent over de snelweg.
D
Je doet boodschappen.

Slide 9 - Quiz

Wat betekent het woord:
gemeen
A
dat iemand boos is
B
dat iemand onaardig is
C
dat iemand lief is
D
dat iemand heel leuk is

Slide 10 - Quiz

Wanneer ben je zichtbaar?
A
Als mensen je kunnen horen.
B
Als mensen je kunnen zien.
C
Als mensen je kunnen ruiken.

Slide 11 - Quiz

Wat betekent:
waardeloze
A
iets wat heel goed is
B
iets wat heel leuk is
C
iets wat heel fijn is
D
iets wat helemaal niet leuk is

Slide 12 - Quiz

Wat betekent:
vertrekken
A
ergens komen
B
ergens blijven
C
ergens naar toe gaan
D
ergens weg gaan

Slide 13 - Quiz

Wie is kwetsbaar in de coronatijd?
A
Jonge kinderen
B
Oude mensen
C
Zieke mensen
D
Een jongen/meisje van 19

Slide 14 - Quiz

Woordenschat
Nu leer je 5 nieuwe woorden.
-trots
-de emoji
-de gebruiker
-lichaamstaal
-slaperig

Slide 15 - Slide

6

Slide 16 - Video

00:44
Welk woord past hierbij?
A
veiligheid
B
kwaad
C
kabaal
D
zichtbaar

Slide 17 - Quiz

00:48
Wat betekent het woord: trots?
A
Je bent verdrietig.
B
Je bent blij met jezelf.
C
Je bent verliefd.
D
Je bent heel boos.

Slide 18 - Quiz

01:24
Wat betekent het woord: de emoji?
A
Een kleine afbeelding in chatberichten
B
Een ander woord voor emotie
C
Een Japanse foto
D
Een beeldnummer

Slide 19 - Quiz

02:04
Wat betekent het woord:
de gebruiker?
A
Een bedrijf
B
Iemand die een emoji bedenkt
C
Iemand die een telefoon gebruikt
D
Iemand die een computer heeft

Slide 20 - Quiz

04:36
Wat betekent het woord: lichaamstaal?
A
Communiceren (=praten) met emoji's
B
Je gezicht veranderen
C
Bellen met je telefoon
D
Communiceren (=praten) met je lijf

Slide 21 - Quiz

05:55
Wat betekent het woord: slaperig?
A
Dat je moe bent en wil slapen
B
Dat je geen zin hebt
C
Dat je ziek bent
D
Dat je moet huilen

Slide 22 - Quiz

Schrijf 1 zin met deze 2 woorden:
trots + de emoji

Slide 23 - Open question

Schrijf 1 zin met deze 2 woorden:
slaperig + lichaamstaal

Slide 24 - Open question

Schrijf 1 zin met deze 2 woorden:
gebruiker + moet

Slide 25 - Open question

Lezen
Lees de tekst op de volgende bladzijde.

Beantwoord daarna de vragen.

Slide 26 - Slide

 Te laat!
Job heeft moeite met opstaan. Wel drie keer drukt hij op zijn wekker. Zelfs daarna wil hij nog niet opstaan. Kom op, eerst één been buiten het bed, en daarna het tweede. Maar ligt hij nog steeds op zijn rug. Met gesloten ogen rolt hij zich op zijn zij. Dan staat hij kreunend op.

In zijn onderbroek sloft hij daarna naar de badkamer. Ook de frisse straal van de douche kan hem niet helemaal wakker maken. Hij kleedt zich aan en gaat in de keuken ontbijten. Zelfs het kauwen van zijn brood kost hem moeite. Pas dan kijkt hij op de klok en ziet dat hij moet opschieten. Hij neemt nog een grote slok thee. Dan trekt hij zijn jas aan en gaat de deur uit. O jee, hij heeft zijn sleutels in huis laten liggen. Wat nu?

Gelukkig heeft hij een sleutel bij de buren liggen. Zij zijn al op en geven hem lachend de reservesleutel. Hij bedankt ze en gaat snel zijn sleutels pakken. Nu kan hij zijn auto in en naar zijn werk vertrekken. Maar hij komt wel te laat. Gelukkig kan hij zeggen dat hij zijn sleutels is vergeten. Dan hoeft hij niet te zeggen dat hij eigenlijk een luilak is!

Slide 27 - Slide

Job doet veel in de ochtend. Wat doet hij eerst (1)? En wat doet hij daarna (2)? Zet in de goede volgorde.
1
2
3
4
Job zet de wekker uit.
Job gaat naar de buren.
Job staat onder de douche.
Job komt op zijn werk.

Slide 28 - Drag question

Job vindt op tijd komen niet makkelijk. Je schrijft een briefje naar Job. Vertel hem wat hij moet veranderen, zodat hij op tijd komt.
Begin met 'Beste Job'. Sluit af met groeten en jouw naam.

Slide 29 - Open question

Pauze!
Pak iets te drinken.

Slide 30 - Slide

Wat voor drinken heb je gepakt?

Slide 31 - Open question

Schrijf hieronder jouw adres:
straat, huisnummer, postcode, woonplaats

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Video

Waar of niet waar:
de meeste kinderen krijgen een waarschuwing.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

Waar of niet waar:
kinderen begrijpen dat straffen soms moet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Waar of niet waar:
kinderen slaan werkt niet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

Waar of niet waar:
in Nederland mag je kinderen niet slaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Waarom moest de jongen de Xbox kapot maken?
A
Hij was stout geweest.
B
Hij haalde slechte cijfers.
C
Hij had gerookt.

Slide 38 - Quiz

Waar of niet waar:
je mag nooit filmpjes op YouTube zetten van kinderen die straf krijgen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Er is een nieuwe leerling op school. Zij wil weten wat de 5 belangrijkste regels op school zijn.
Schrijf die 5 regels hieronder. Gebruik het woord 'moet' of 'mag niet'.

Slide 40 - Open question

Klaar?

En is het nog niet 12.30u? Doe dan oefeningen op:
Nederlands oefenen:
http://www.2bdutch.nl/

Engels oefenen: https://www.lingohut.com/nl/l1/leer-engels



Slide 41 - Slide

De les was
A
makkelijk
B
soms makkelijk, soms moeilijk
C
moeilijk
D
leuk

Slide 42 - Quiz