ARGO 2 grammatica 2.1 naamvallen en rijtjes groep 1 en 2

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

ARGO 2.1

De rijtjes van verbuigingsgroep 1 en 2

Na deze lessonup

ken je verbuigingsgroep 1

ken je verbuigingsgroep 2

weet je het verschil tussen beide groepen

ken je de rijtjes van beide groepen

Mannelijk 

nom. ev.

acc. ev.

nom. mv.

acc. mv.

dat. ev.

gen. ev.

gen. mv.

dat. mv.

τον

οἱ

τους

ὁ

τῳ

του

των

τοις

Vrouwelijk 

nom. ev.

acc. ev.

nom. mv.

acc. mv.

dat. ev.

gen. ev.

gen. mv.

dat. mv.

την

αἱ

τας

ἡ

τῃ

της

των

ταις

Zelfstandige naamwoorden

- naamvallen

- getal

- geslacht

- uitgangen

- rijtjes

- verbuigingsgroepen

Verbuigingsgroepen

3 verbuigingsgroepen

groep 1: vrouwelijk op α en η

mannelijk op ας en ης (later)

groep 2: mannelijk op ος

onzijdig op ον

groep 3 'rest' mannelijk, vrouwelijk en onzijdig (binnenkort)

Voorbeelden

groep 1: ἡ μάχη (gevecht), ἡ θεά (godin)

(mannelijk: ὁ ναυτης zeeman, ὁ νεανιας jongeman) 

groep 2: ὁ θεός (god), τὸ τέκνον (kind)

groep 3: ὁ παῖς of ἡ παῖς (kind), τὸ πρᾶγμα (zaak, gebeurtenis)

Sleep de woorden naar de juiste groep

Groep 1

Groep 2

Groep 3

τὸ θηρίον

ὁ ἡλιος

ἡ πετρα

ἡ ἀδελφή

ἡ μήτηρ

τὸ όνομα

Verbuigingsgroep 1

Verschil tussen -η en -α

De vrouwelijke naamwoorden van groep 1 eindigen standaard op η. 

Als de stam van het naamwoord eindigt op ρ, ε, ι, (de ρει -regel) komt er geen η maar een α.

Let op: θεας is een dubbelvorm! 

Sleep het naamwoord naar het juiste lidwoord. 

Let op: niets is dubbel en er blijft niets over!

τῃ

των

την

αἱ

της

ταις

ἡ

τας

πετρας

πετρᾳ

πετραν

πετρα

κεφαλας

κεφαλαι

κεφαλαις

κεφαλων

Verbuigingsgroep 2

Van een zelfstandig naamwoord in het Grieks

1. verandert de stam
2. verandert de uitgang
3. verandert alles
4. verandert niets

Aan de uitgang van een znw zie je

1. meestal welke naamval het is
2. meestal welk geslacht het is
3. meestal welk getal het is
4. A B en C kloppen allemaal

Hoe kun je dit leren?

door het op te zeggen!

met een dansje

met een liedje (zoals dit)

door het te schrijven

door elkaar/jezelf te overhoren

door het regelmatig te oefenen

Hoe kun je dit vertalen?

kijk naar het lidwoord en/of de uitgang van het znw;

door lidwoord en uitgang ken je de naamval;

door de naamval weet je de functie van het woord;

de functie bepaalt de vertaling.

lidwoord/uitgang znw →naamval →functie→vertaling

oftewel: gebruik de strategie!

Voorbeeld: 

την κόρην ἡ θεά τίκτει

aan de lidwoorden en uitgangen zie je: 

την κόρην = acc en ἡ θεά = nom

nom = onderwerp en acc = lijdend voorwerp

dus: vertaling: 

De godin brengt een meisje ter wereld

Welke vraag heb je nog over verbuigingsgroep 1 en/of 2?

ΤΕΛΟΣ